Helft wethouders Nederland niet terug in college

Estafette

Na de gemeenteraadsverkiezingen van 3 maart 2010 en de daaropvolgende collegeonderhandelingen in de gemeenten in Nederland is het de helft van de wethouders niet gelukt om aan te blijven in het college van burgemeester en wethouders. Dit blijkt uit onderzoek van Binnenlands Bestuur naar de collegevorming sinds de laatste raadsverkiezingen.

 

Purmerend

In Purmerend is van de vier wethouders één wethouder opgestapt, wat neer komt op een kwart. PvdA-wethouder Hans Engels ging met pensioen. Na de coalitieonderhandelingen stapte Roald Helm als wethouder in het nieuwe college van B&W van Purmerend.

 

Verkiezingsuitslag
De belangrijkste reden waardoor een wethouder zijn plek in het college kwijtraakt, is dat door de collegevorming zijn partij de plek verliest aan een andere politieke partij. Met afgeronde onderhandelingen in 380 van de 394 gemeenten waar verkiezingen zijn gehouden, zijn 462 wethoudersposten overgegaan naar een andere politieke partij. Dat is 33,5 procent van het totaal aantal wethoudersposten dat na de verkiezingen van 3 maart op het spel stond. De voornaamste reden van deze kleurwisseling: een slechte verkiezingsuitslag gecombineerd met de vorming van een nieuwe coalitie. De PvdA verliest zo de meeste wethoudersposten aan andere partijen.

Slagveld
Het voornaamste slagveld van de politieke kleurwisseling zijn de gemeenten met 20-50.000 inwoners. Meer dan de helft van alle 462 wethoudersposten die van kleur veranderden, vonden plaats in deze gemeenten. Daar moesten 241 wethouders toezien dat hun plek overging naar een andere partij.  Ook in relatieve cijfers, in vergelijking tot het aantal van 732 wethouders in deze gemeenten, is dat goed voor het hoogste percentage: 32,9 procent.

Kleurwisseling
Een kwart van de kleurwisseling vond plaats in de allerkleinste gemeenten met minder dan twintigduizend inwoners, 122 wethouders. De middelgrote en grote gemeenten met meer dan vijftigduizend inwoners namen het kleinste deel voor hun rekening; daar verschieten 96 wethoudersposten van politieke kleur.  In de grote steden met meer dan honderdduizend inwoners verloor verhoudingsgewijs (45 op de 152 wethoudersposten) bijna een derde deel van de wethouders hun plek aan een collega van een andere politieke partij. De collegewisselingen in Almere en Den Haag zijn hierbij nog niet meegerekend.

Partijgenoot
Een tweede belangrijke reden waarom wethouders hun plek in het college kwijtraken is dat zij worden opgevolgd door een partijgenoot. Uit het onderzoek van Binnenlands Bestuur blijkt dat tot dusver 177 wethouders (12,8 procent van de nieuwe wethoudersposten) zijn opgevolgd door een partijgenoot.

Bezuinigingen
Een derde reden waarom wethouders en politieke partijen door de collegevorming hun plek in het college kwijtraken is dat in de coalitieonderhandelingen hun plek als gevolg van bezuinigingen is geschrapt. Het gaat om 69 wethouders, goed voor 5 procent.

ZIE OOK:

 

Bron: Binnenlands Bestuur

Programma 2022-2026