STADSPARTIJ BEEMSTER POLDER PARTIJ De noordkant van de Koemarkt met o.a. De Balustrade, Sampi Döner, Sier Jonk en op de achtergornd het Willem Eggert winkelcentrum Koemarkt Museum Betje Wolff BACK TO OVERVIEW Het Betje Wolff Museum is sinds 1950 gevestigd in de oude, voormalige pastorie aan Middenweg 178 in Middenbeemster. Betje (Elizabeth) Wolff-Bekker woonde hier van 1759 tot 1777 met haar man, dominee Adrianus Wolff. Haar leven en het leven in de Beemster staan centraal in het Betje Wolff Museum. BRANTJES OEVER Mooi project op de Brantjesoever tegen over het Gemeentehuis. Het plan Brantjesoever bestaat uit een divers woonprogramma en heeft een hoogteaccent op de kruising Purmersteenweg en Burgemeester Kooimanweg, welke trapsgewijs afloopt richting de bestaande gebouwde omgeving. Waterlandkwartier De waterlandlaan gaat in de komende jaren op schop. Hier komen woningen en een autoluwe doorgang. Tramplein Het busstation met op de achtergrond de Melkwegbrug, een knap staaltje van architectuur. Links op de foto de Weidevenne,
Kop West.
Gorslaan 10 Dit is ook een mooi project, hier komen 57 sociale woningen. De projectlocatie Gorslaan 10 is gelegen op het kruispunt van de Gorslaan en de Purmerweg te Purmerend. Ten noorden van de projectlocatie grenst de projectlocatie aan de Purmerweg en ten westen bevindt zich de Broekerhof. Ten westen van de projectlocatie zijn meerdere parkeervoorzieningen gelegen. WERELDBOL WEIDEVENNE “Deze wereldbol staat symbool voor de vier kwadranten van Weidevenne. Het materiaal is cortenstaal, het is onderhoudsvrij en heeft een stoere en robuuste uitstraling. De oranje/bruine kleur sluit goed aan op de omgeving.” De wereldbol wordt voorzien van verlichting die gedimd kan worden en de verandering in de lichtkleuren geeft een extra dimensie.

Lokale partijen weten kiezers te vinden

wheermolen2
Door al het Haagse gekrakeel blijft de grote winst van lokale partijen buiten beeld. Een opmars die meer behelst dan onvrede met de landelijke politiek.

Met 2419 zetels waren ze al de grootste factor in de gemeenteraden. Twee weken geleden hebben de ‘lokalo’s’ – onafhankelijke plaatselijke partijen – hun voorsprong vergroot tot 2647. Bijna stilletjes, alle aandacht ging naar de vreugde van Wilders en de tranen van Kant.

‘Ik had deze uitslag wel verwacht’, zegt docent politicologie Herman Lelieveldt van de Roosevelt Academy in Middelburg. ‘Je ziet dat de onvrede over de nationale politiek zich vertaalt in meer stemmen voor lokale partijen. Die worden niet geassocieerd met het establishment. Maar de onvrede is zeker niet het hele verhaal. Veel lokale partijen worden door de kiezer gewoon als goede partij gezien.’

Sommige lokalo’s namen al deel aan het gemeentebestuur, en worden nu beloond voor hun resultaten. Neem het Zeeuwse Hulst, een plaats met zo’n 28.000 inwoners. Daar zaten al drie lokale partijen in het college van B en W. Alledrie hebben ze gewonnen, met Algemeen Belang Groot Hulst als grootste partij.

Wethouder Fons Dobbelaer legt het succes uit. ‘Wij hebben meer binding met mensen uit de streek. Bovendien hoeven we alleen verantwoording af te leggen aan onze eigen burgers, en niet aan partijgenoten in de Tweede Kamer. Wij zijn onafhankelijker. Bij de CDA-achterban is het slecht gevallen dat het kabinet toch akkoord is gegaan met het onder water zetten van de Hedwigepolder. Hier is iedereen tegen de ontpoldering.’

Politicoloog Lelieveldt wijst op de lange traditie van het fenomeen, met name in Brabant en Limburg. ‘In het zuiden stemde iedereen van oudsher op de katholieke partij. Om toch verschil te maken, ontstonden er persoonslijsten, die uitgroeiden tot lokale fracties.’ Een tweede factor vormen de herindelingen en fusies. ‘Daardoor kreeg je dorpslijsten, die het opgeslokte dorp vertegenwoordigen in de nieuwe gemeente.’ Ten derde is er – meer recent – de opmars van de ‘leefbaren’. ‘Denk aan de grote overwinning van Pim Fortuyn met Leefbaar Rotterdam.

Die partijen gaat het ook om een nieuwe vorm van politiek.’ Met de nadruk op thema’s als integratie en veiligheid. Vaak wordt gedacht dat lokalo’s veel brekebenen tellen, omdat ze niet door een geolied landelijk apparaat ondersteund worden, maar dat valt reuze mee. ‘In het huidige Rotterdamse college zijn meer crises – denk aan Hoek van Holland – geweest dan bij de Leefbaren. Die hebben in hun termijn laten zien dat ze het aan kunnen.’

Of de trend zich doorzet over vier jaar? Van Boom en Dobbelaer denken van wel, Lelieveldt meent dat de piek bereikt is. ‘Het kost meer moeite om een nieuwe beweging uit de grond te stampen dan om je aan te sluiten bij een bestaande partij.’

 

Brone: RePublic

Programma 2022-2026