HomeNieuwsColumnVoortgangsgesprek met Oehoeboeroe

Voortgangsgesprek met Oehoeboeroe

“Kom laten we gaan kijken hoe het Oehoeboeroe vergaat Fonsie”, zo sprak ik tot de hond. Het leek erop dat het dier het begreep want kwispelstaartend kwam hij aangerend.

Opgewekt liepen we richting de sportvelden in Overwhere. Het duurde slechts kort toen een zwak geruis en een lichte tik tegen mijn schouder volgden. Oehoeboeroe was verschenen. Sierlijk nog een beetje na-klapwiekend streek de vogel neer op een houten paaltje naast me. Met een licht blafje begroette Fonsie zijn komst als de gewoonste zaak van de wereld.

Met een welluidende basstem nam de wijze uil het woord. “Zo waarde vriend Meander kom je deze oude vogel weer eens opzoeken? Je hebt je keurig aan de afspraak gehouden hoor.
Hier en daar vind ik inderdaad een brilletje in het struweel, het kan nog wat royaler maar het begin is er. De meest geschikte uilenbril zat er nog niet tussen, maar met deze die ik thans op heb moet het maar even. Ik zie er ook nog een stuk geleerder uit vind je niet? Ik ben diep geroerd door het medeleven en belangstelling die ik inmiddels uit Purmerend en de rest van Nederland en Europa krijg. Zelfs de roemruchte Engelse BBC verwaardigt zich om mij in de schijnwerpers te zetten. Ik ben een ware media-hype in Purmerend en de rest van de wereld. Er is zelfs een lied voor me gemaakt: ohoe, ohoe ik durf niet naar buiten toe.” Schuddebuikend vervolgde de vogel met de mededeling dat hij in zijn eentje Purmerend maar mooi op de wereldkaart zet. In zijn kielzog profiteert die sympathieke wethouder Hegger daar maar mooi van, bedacht ik zomaar.
Ohoeboeroe vervolgde zijn relaas. “Vooral ‘s avonds en in het weekend zijn er vele vogelaars en dagjesmensen die een blik op mij komen werpen Meander. De bussen met toeristen op een dagrip uit Amsterdam naar Volendam rijden speciaal voor me om. En daar ben ik helendal wel zo tamelijk zeer door vereerd. Goed voor de lokale economie en dat nog wel op dit verder troosteloze bedrijfsterrein. Waar ik wederom wel treurig van wordt is het gebabbel in de media waarin ik wordt weggezet als terror of horror uil die zich volgens een zogenaamde deskundige op mensen stort omdat ik ze als concurrent zou zien omdat het dezer dagen broedseizoen zou zijn. Onzin Meander, grote onzin ik ben in Purmerend gewoon voor de gezelligheid. Er scharrelen hier bovendien veel lekkere hapjes rond die ik nu met deze bril op veel beter kan zien en vangen.
Nee dan die deskundige mens uit Schijndel Bert van Bilsen dat is mijn vriend. Hij heeft de provincie geadviseerd geen toestemming te geven mij te vangen. Jammer dat ook hij het weer heeft over gedrag in balstijd, een dergelijk gedrag heb ik al lang achter me gelaten ‘ami à moi’. De leeftijd he”, voegde hij er aan toe met een vette knipoog. “Zo, dat je het maar begrijpt, maar dit terzijde beste vriend. Ik oefende ook mijn nieuwe begroeting op je zoals je wellicht opmerkte, door je een schouderklopje te geven en/of een tikje tegen je hoofd. Dat ging afgelopen week nog een keer mis toen ik twee rennende mensen speels wilde begroeten dat ging iets te wild. Mijn welgemeende en diepgaande excuses aan deze mensen voor de schrik en de overlast die ik ze bezorgde. Als ze straks weer langskomen zal ik het goedmaken want ik kan het aantikken inmiddels zonder krassen te maken. Vinden ze leuk he mensen als dieren hun genegenheid aan hen laten blijken.

Het nochtans merkwaardige gedrag van veel mensenvrienden valt me wel op. Ze lopen hier allemaal met uitgevouwen RABO bank paraplu’s rond ook – let op Meander – als het niet regent en sterker nog de voorjaarszon uitbundig schijnt. Weet jij waarom men dit doet, is er soms een feestelijkheid of is men bang dat de hemel elk moment van de dag op hun hoofd valt? Nu dat kan ik ontzenuwen hoor. Ik ben wel eens heel, heel hoog gevlogen zover dat ik geen adem meer kreeg. En er was niets helendal niets dat in brokken op je hoofd zou kunnen vallen. Ja ik zag in een waas door luchtgebrek een verspreide hagel-sneeuw of regenbui, maar die valt zeker niet als het zwerk blauw is en de zon zijn schitterende licht en heerlijke warmte laat merken.

Meander wil je dat tegen de mensen zeggen, er is geen enkele aanwijsbare en dus serieus te nemen reden om te veronderstellen dat er zomaar elk moment iets uit de lucht kan vallen waartegen een paraplu zou kunnen helpen. Het hindert me bovendien in mijn goede bedoelingen, ik kan noch schouder noch hoofd kameraadschappelijk aantikken. Vergeet ook niet te vragen om meer brillen uit te strooien zodat ik verder kan zoeken naar de ultieme uilenbril”.

Ik mompelde iets van zal ik doen, waarop Oehoeboeroe tot mijn geruststelling instemmend knikte. En na deze door de uil opgevatte plechtige belofte wiekte Oehoeboeroe geruisloos weg tussen struiken, kale boomstammen en lantarenpalen.

Column artikelen