HomeNieuwsSociale ZakenVNG en rijk botsen over korting zorgbudget

VNG en rijk botsen over korting zorgbudget


De VNG vreest dat het ministerie van VWS nog dit jaar extra wil korten op het budget dat gemeenten krijgen voor de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015) en de Jeugdwet. Het zou gaan om 125 miljoen euro voor Jeugd en 145 miljoen euro voor Wmo. Volgens de gemeentekoepel is dit tegen de gemaakte bestuurlijke afspraken. De VNG spreekt van onbehoorlijk bestuur. 

Miljoenen korting

Uit de nieuwste cijfers van de Nederlandse Zorgautoriteit (Nza) over 2014 blijkt dat het rijk vorig jaar minder geld heeft uitgegeven dan begroot aan cliënten die vorig jaar nog onder de Algemene wet bijzondere ziektekosten (Awbz) vielen, maar sinds januari onder de Wmo 2015 of de Jeugdwet. Hoewel het onderdeel is van de voorjaarsbesluitvorming van het kabinet, trekt de VNG nu al aan de bel. De budgetkortingen die gemeenten nu boven het hoofd hangt lopen op tot 135 miljoen euro voor Jeugd en 300 miljoen euro voor Wmo in 2018.

Afwentelen

Het macrobudget Jeugd en Wmo voor 2015 is gebaseerd op de bestedingen voor de jeugd- en Wmo-doelgroepen in de Awbz in 2013. Uit de Nza-cijfers blijkt dat vorig jaar minder dan begroot is uitgegeven aan de Wmo- en jeugd-doelgroepen, maar meer aan de groep die sinds januari op de Wet langdurige zorg (Wlz) is aangewezen. Dat budgettaire probleem bij de Wlz probeert VWS op de gemeenten af te wentelen, stelt de VNG. ‘Het kabinet lijkt dit probleem te willen oplossen door de gemeentelijke macrobudgetten voor Jeugd en Wmo te korten met 125 miljoen euro voor Jeugd en 145 miljoen euro voor Wmo in 2015. Deze bedragen lopen op tot 135 miljoen euro voor Jeugd en 300 miljoen euro voor Wmo in 2018’, aldus de VNG in een ledenbrief.

Macrobudgetten

De budgetkorting is in de ogen van VWS gerechtvaardigd omdat meer cliënten, die een keuze konden maken tussen de Wlz of de Wmo/Jeugdzorg, voor de Wlz (rijksbudget) dan voor de Wmo of Jeugdzorg (gemeentelijke budgetten) hebben gekozen. Gemeenten hebben de financiële middelen die voor die cliënten was bedoeld vanaf 2015 niet nodig. De VNG vindt dat het budgettair probleem op de Wlz ‘op geen enkele wijze’ kan worden neergelegd bij gemeenten. De lagere Awbz-bestedingen voor de Wmo- en jeugddoelgroepen kunnen niet doorwerken in de macrobudgetten Jeugd en Wmo 2015.

Peiljaar 2013

Het is onder meer strijdig met de spelregels van het gemeentefonds. Er is daarnaast bestuurlijk afgesproken dat 2013 als basisjaar geldt voor de bepaling van het over te hevelen Awbz-budget naar Jeugd en Wmo. ‘Er is bewust gekozen voor 2013 als basisjaar omdat 2014, één jaar voor de grote stelstelwijzigingen, atypisch is’, brengt de VNG in herinnering. ‘Er konden (en dat lijkt ook het geval te zijn geweest) zich voorsorteereffecten voordoen; anticiperend gedrag van bijvoorbeeld cliënten en aanbieders. Dat betekent dat 2014 niet een goede voorspeller is voor de structurele zorgbehoefte.’

Onbehoorlijk bestuur

‘Het getuigt van onbehoorlijk bestuur om die budgetten voor het lopende jaar opnieuw ter discussie te stellen’, vindt de VNG. ‘Aan het budget op korte termijn kan niet getornd worden Gemeenten hebben dit geld in 2015 al vastgelegd. Want veel gemeenten hebben in het kader van een zachte landing financiële en inhoudelijke afspraken met de aanbieders voor hun cliënten gemaakt.’ Gemeenten hebben vorig jaar in veel gevallen voor meer dan één jaar inkoopafspraken gemaakt; inkoopafspraken die zijn afgegeven op realisatiecijfers uit 2013. ‘Daar is door VWS nadrukkelijk om gevraagd, vanwege continuïteit van zorg. En ook door de Tweede Kamer op aangedrongen; de contracten moesten 1 november 2014 getekend zijn.’

Voorbarig

‘Van bezuinigingsplannen is op geen enkel terrein sprake’, stelt de woordvoerder van staatssecretaris Van Rijn (Wmo, Jeugd, PvdA) in een reactie. ‘Het is ook nog veel te vroeg om conclusies te trekken of we in 2015 ergens tekorten zouden hebben.’ De beweringen van de VNG over de op hande zijnde budgetkortingen zijn ‘grote onzin’, aldus woordvoerder Geert Koolen. ‘Met de gemeenten is in 2014 wel afgesproken: partners voor 1 januari 2015 zijn partners na 1 januari 2015. Als er door gemeenten meer zorg is verleend dan geld is gegeven, praten we over meer geld voor de Wmo en Jeugd en minder voor de Wlz. Is er door gemeenten minder zorg verleend, praten we over minder geld voor de Wmo en Jeugd en meer voor Wlz.’

Sociale Zaken artikelen