Een ruime meerderheid in de Eerste Kamer heeft ingestemd met een wetsvoorstel van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) dat burgemeesters de mogelijkheid geeft voor maximaal twaalf uur een gebied aan te wijzen waar de politie op bevel van de officier van justitie preventief op wapens mag fouilleren.
Het moet dan gaan om een plotselinge gebeurtenis, bijvoorbeeld een stevige vechtpartij bij de uitgang van een discotheek of café of een dreigende confrontatie tussen voetbalhooligans in de buurt van een treinstation.
De nieuwe bevoegdheid is bedoeld voor een kortstondige fouilleeractie. De burgemeester heeft vooraf geen toestemming van de gemeenteraad nodig; hij informeert de raad zo spoedig mogelijk na afloop. Zowel het besluit van de burgemeester als het bevel van de officier van justitie kan mondeling worden gegeven, met schriftelijke bevestiging achteraf. Burgemeesters, openbaar ministerie en politie kunnen hiermee slagvaardiger optreden tegen agressie en overlast of juist ongeregeldheden voorkomen.
Opstelten wil zo niet alleen de veiligheid op straat, maar ook het veiligheidsgevoel van burgers vergroten. De nieuwe bevoegdheid komt naast de huidige bevoegdheid om preventief te fouilleren. Die geldt alleen als de gemeenteraad dat heeft vastgelegd in een verordening. Op grond van die bevoegdheid kan ook voor een langere periode dan twaalf uur een gebied worden aangewezen.
Nieuw is ook dat agenten aangehouden personen die worden afgevoerd naar het politiebureau altijd kunnen fouilleren aan hun kleding, inclusief tassen en rugzakken, op de aanwezigheid van gevaarlijke voorwerpen. Nu is dat alleen mogelijk bij aantoonbaar dreigend gevaar voor leven of veiligheid.