HomeNieuwsColumnSmokkel, de nieuwe economische motor

Smokkel, de nieuwe economische motor

smokkelwaar
Ik spreek buurman de laatste tijd weinig. Hij is voortdurend met grotere en kleinere busjes onderweg van en naar Duitsland. Ook heeft hij verschillende baanlozen en pensioengerechtigden ‘in dienst’ om geregeld over de grens inkopen te doen voor zijn snel groeiende onderneming. Hij heeft zelfs in één van de vele te koop staande panden ruimte voor opslag weten te huren.
Buurman is gericht op Duitsland, de infrastructuur wordt, met dank aan het ministerie van verkeer en waterstaat, steeds beter.
Het prijsverschil tussen consumentenartikelen daar en hier worden door het zwalkende en prijsopdrijvende beleid van het kabinet Rutte/Asscher steeds groter. Uitzicht op kentering in deze economische voedingsbron is er voorlopig niet. Het geluk lacht buurman dus toe.

Ten tijde van de jaren dat de botersmokkel furore maakte waren er nog echte grenzen. Nu ligt alles dankzij de Europese gemeenschap open en het beetje politie en douane dat aan de thans open grenzen surveilleert is primair gericht op illegalen die het land binnen willen komen. Van een eensgezind belastingklimaat is gelukkig nog geen sprake. Fluitje van een cent dus deze open handel.

De Duitse winkeliers, in het bijzonder de supermarkten in de grensstreek nemen nu zelfs extra Nederlands sprekend personeel aan omdat ze een hausse aan Nederlandse klanten verwachten na de jaarwisseling.
Maar ik merk het dus vooral aan buurman, die de gebieden wat verder dan de grensstreek bedient. De interesse voor dezelfde maar goedkoper producten van over de grens is nu al zijn booming business.

In Duitsland worden per dag bijna duizend vaten bier verkocht aan Nederlanders. Cees-Jan Adema van de Nederlandse Bierbrouwers legt uit hoe het smokkelen werkt:’ het smokkelen is simpel; het is een kwestie van een busje volladen en naar Nederland rijden.’
De gesmokkelde waar gaat naar particulieren, naar kroegen, maar volgens Adema duikt het gele goedje ook op bij verenigingen, evenementen en feesten.
Evenwel de verkoopcatalogus van buurman gaat veel verder dan bier, zoals ik al eerder schreef. Maar genoeg over dit nieuwe economische verschijnsel.

De Volkskrant schrijft over de zelfverrijking van managers bij scholenreus Amarantis. De trouwe lezer van deze columns zal hier niet vreemd van opkijken. Geregeld schrijf ik wat ik als zelfstandig adviseur in dit wereldje zo om me heen waarneem. Ook mijn vroegere ambtelijke status levert daar nog wel eens stof voor op. Verrijkende situaties die ook nu voortduren en van alle eeuwen zijn.
Er  is een nieuw wapen tegen al die zelfverrijking. De onlangs goedgekeurde beperking van de (semi-)publieke topinkomens gaat daar voor zorgen.Topbestuurders mogen namelijk vanaf 1 januari maximaal nog maar de balkenendenorm van 188 duizend euro verdienen. Inclusief extra’s en pensioen komt het bedrag uit op ruim 228 duizend euro.

Ik voorspel dat deze ingreep eigenlijk maar een idee zal blijken als alleen directe salarissen er onder zullen vallen.
De wens tot matiging is begrijpelijk, maar in sectoren waar succesvolle managers schaars zijn zal dit niet werken. Een klein salarisverschil is dan geen probleem, maar als een goede manager zijn huis moet verkopen om in de publieke sector te kunnen gaan werken, loopt het fout.
En ook daarvan zijn nu al voorbeelden.

Neem bijvoorbeeld Bart Schmeink die aan het roer staat bij het GVB Amsterdam. Hij verdient ruim boven de balkenendenorm van 188.000 euro. Schmeink ontvangt een vast salaris van 210.000 euro bruto, dat kan zelfs oplopen tot 318.000 euro.
En ik kan u verzekeren dat de creativiteit, de smokkel met wetten en regels, ongeremd zal blijken om topmanagers straks toch een hoger salaris te geven dan de balkenendenorm.
Inhuren bijvoorbeeld en afreken op een adviesfactuur of via een factuur van een duur adviesbureau. Allemaal nu al gangbare praktijken.
Topmannen van staatsbedrijven zoals: schiphol, NS, Bank Nederlandse Gemeenten, ABN-AMRO, Tennent enzovoort zullen zich echt niet zomaar hun riante salarissen laten afpakken. Om over de topmannen van woningcorporaties en zorginstellingen nog maar te zwijgen.

In de zorg wil de PvdA nu plotseling ook een meldpunt tegen verspilling of verkwisting. Sinds de PVV de invoering van meldpunten populair maakte is dit goede idee nu ook door andere partijen in gebruik genomen. Zou daarom een meldpunt om ontduiking van de balkenendenorm aan de kaak te kunnen stellen ook een goed idee zijn? Maar dit terzijde.

Op dit moment is buurman bezig rijk te worden aan handel die in het leven is geroepen door het voor hem gunstige belastingklimaat. Hij creëert er zelfs een vorm van werkgelegenheid mee. Even leek hij me wel geschikt om de Gouden Purmerender daarvoor te mogen ontvangen. Ware het niet dat hij feitelijk met zijn bedrijfje ook bezig is in rap tempo een veelverdienende topmanager te worden in deze door ‘slim’ overheidsbeleid gecreëerde dus semi-publieke sector.

Column artikelen