Een simpel bericht in de krant: de Poolse filosoof Leszek Kolakowski is 17 juli jl. op 81-jarige leeftijd overleden. Kolakowski werd in 1968 door de toenmalige communistische regering in het Oost-Europese land gedwongen zijn geboorteland te verlaten. Hij studeerde filosofie en theologie en promoveerde in 1953 op een proefschrift over Spinoza, de Nederlandse filosoof van Portugees-joodse afkomst. Na de dood van Stalin behoorde Kolakowski tot de pleitbezorgers van een marxisme met een menselijk gezicht.
In 1966 werd hij uit de communistische partij gezet wegens zijn pleidooien voor persvrijheid en twee jaar later moest hij zijn leerstoel aan de universiteit van Warschau opgeven. Onder dwang van het regime verliet hij Polen en ging naar Canada. In 1970 werd hij hoogleraar in de Engelse stad Oxford. Het huidige Poolse parlement nam één minuut stilte in acht om zijn overlijden te gedenken (!)
Kolakowski betitelde zichzelf als een conservatief-liberale socialist. Waarschijnlijk zult u nooit van hem hebben gehoord. Bij mij riep het een herinnering wakker aan mijn studententijd. Het filosofie-onderricht was in handen van mijnheer (zeiden we toen nog) Gussenhoven. Deze man was idolaat van Kolakowski, dat prente ik mezelf goed in. Voor het examen, dat mondeling werd afgenomen, rekende ik dan ook op wat algemene filosofische kennisvragen maar verder op Kolakowski. Ik had dan ook veel Kolakowski in mijn geestelijke bagage gestopt. Al snel wist ik zelf handig het examengesprek op Kolakowski te brengen. Het thema was ‘om de waardigheid van de mens’. Gussenhoven raakte snel in vervoering en gaf meer een individueel college dan dat hij een examen afnam. Om een lang verhaal kort te maken, ik slaagde met vlag en wimpel voor dit examen. Daarna heb ik nimmer meer iets van Leszek Kolakowski gelezen, evenmin nog iets van Gussenhoven vernomen. Tot het overlijdensbericht, waardoor ook het examen weer in mijn herinnering opdook. Snel kocht ik, ook uit schuldgevoel natuurlijk het boek van Leszek Kolakowski: ‘Wilt u achteruit naar voren gaan’.
Ook hem was ik al vergeten, maar publiciteitsgeil als hij is dook hij springlevend op in een bericht. Ik doel op VVD-er Ton Hooijmaijers (foto). De man van de 78 miljoen verlies voor de provincie. Ton heeft nooit excuses aangeboden voor zijn wanbeleid, laat staan er de volle politieke verantwoordelijkheid voor genomen. Hooijmaijers huldigt het credo: ‘Er bestaat geen slechte publiciteit, alleen maar publiciteit’. Hij waant zich daarom een aftredende vorst en neemt dan ook afscheid in bijbehorende stijl. De net geopende Hermitage is ervoor afgehuurd. Andere om de Landsbanki-affaire afgetreden gedeputeerden nemen in echte stijl en op een gepaste bescheiden wijze afscheid van het politieke toneel. Gewoon in het provinciehuis. Boze tongen beweren dat Ton Hooijmaijers ‘Pien en alleman‘ heeft uitgenodigd op zijn feestje. Dit op een zodanige schaal dat de andere gedeputeerden moeten vrezen dat op hun afscheidspartijtje niemand komt. De Hermitage trekt natuurlijk momenteel heel veel bezoek dus Hooijmaijers speelt hoe dan ook zonder afscheidswervingscampagne al een thuiswedstrijd. Bent u in de buurt 25 augustus a.s., dan bent ook u als indirecte donateur van het feest van harte welkom in de Hermitage.
Zo’n feest is natuurlijk de ultieme bron voor het verspreiden van allerlei besmettelijke kwaaltjes. De Mexicaanse griep (varkensgriep vind ik eigenlijk een gepastere benaming) ligt overal op de loer. Zo lees ik veelvuldig in het zomernieuws. Allemaal mondkapjes voor, handschoenen aan, geen handenschudden, niezen in je oksel en natuurlijk zelf hygiënische wegwerpdoekjes meenemen. Extra oppassen op de toiletten als je het niet uit kunt stellen. Zeker met handen wassen dan, je weet maar nooit wie die kraan in wat voor een smerige toestand in handen heeft gehad. Het zal me zo wel een gezellige boel worden bij onze voormalige gedeputeerde Ton.
Mij zult u er dan ook niet vinden. Ik zoek een rustigere plek op om te genieten van het pas gekochte boek en daardoor meer herinneringen aan Gussenhoven en Kolakowski in de geest boven te laten komen.