Carnaval ging dit jaar door de corona crisis niet echt door. Geen optochten, geen publiek en geen grote feesten in tenten en kroegen. Prins Carnaval, de gekozen ceremoniemeester van het bloedserieuze maar o zo losbandige traditionele feest, was in geen velden of wegen te vinden. Terugdenkend aan de gebruikelijke festiviteiten bleven mijn gedachten stil staan bij een gebeurtenis van twee jaar gelden. Een glimlach kon ik niet onderdrukken, hopelijk kunnen we er volgend jaar weer volop van genieten. Een beetje plezier hebben we wel nodig in deze bijzondere tijd. Vol verwachting op naar het volgende jaar dan maar, de bron van mijn glimlach wil ik u ondertussen niet onthouden.
Carnaval viel in 2019 van 3 t/m 5 maart. De datum verschuift jaarlijks en is afhankelijk van de wisselende datum waarop Pasen jaarlijks wordt gevierd. De zevende zondag voorafgaande aan Paaszondag is carnavalszondag. Dit voor de vele nuchtere Noordhollanders die Carnaval eigenlijk als een frivoliteit van onder de rivieren beschouwen. Een feest dat vooral in de provincies Limburg en Noord-Brabant drie dagen lang het dagelijks leven in zijn greep heeft. Maar ook in onze gewesten, met zijn van oudsher katholieke enclaves, zijn vaste carnaval vierders. Dit jaar -2021- zou carnaval gevierd worden van 14 t/m 16 februari, maar dit voor de liefhebbers.
Het waren me de dagen wel in 2019. Het zal 4 maart geweest zijn dat het feest echt losbarstte. De maskers werden weer opgezet of juist afgezet, het is maar hoe je er van nature uitziet. Een complete metamorfose voltrekt zich dan bij mensen. Zo ken ik iemand, die het hele jaar een grijze schaduw is en gewoon onopvallend door het leven gaat. Een heel introverte man, ziet er wat slungelig uit en werkt als portier bij een ijzerwaren producerend bedrijf, waar ze in ploegen werken, een mens die iedereen kent en eigenlijk ook weer niet.
Hij doet met een geroutineerde beweging de poort open of juist dicht. Je rijdt altijd langs hem heen naar je werk, je neemt niet de tijd om aandacht aan hem te geven. En zo gaat het ook als je naar huis gaat.
Zijn naam is Henk. Het is een grote robuuste man, sportief uiterlijk maar dat heeft hij niet van het sporten. Het is genetisch, zijn vader die was ook zo breed. Hij kwam wel iedere dag op de fiets 20 minuten heen en 20 minuten terug. Donker blond haar eigenlijk tegen het zwarte aan en kleine oren en geen lellen. Dat valt op als je oren klein zijn en ook nog een keer geen lellen hebben. Plaats voor oorbellen zou er niet zijn. Diepliggende ogen onder grote donkere wenkbrauwen, ongeknipt wat hem een ruige aanblik geeft. Daarentegen een klein dopneusje, volle sprekende lippen en een kittig puntkinnetje. Toch wel een opvallende verschijning nu ik er over terugdenk.
Ongehuwd is hij ook onze Henk, nooit geen vrouwtjes, teveel gedoe. Hij keek er wel naar dát wel, maar door zijn introverte karakter kwam er nooit geen contact, en eerlijk gezegd zocht hij het ook niet op.
Wat haast niemand wist is dat Henk in een buurplaats hier zo’n 20 kilometer vandaan een metamorfose onderging. Prins Hendrik heette hij daar en was onderdeel van de raad van elf van de Konteklappers. Een prachtige carnavals vereniging en daar had hij had ook de bijnaam Henk de Leuteraar.
Hij praatte dan ook met iedereen en was de grootste flirtenbak van de Konteklappers en dat guitige neusje kwam natuurlijk goed van pas, een beetje rood maken en klaar was Hendrik. Daarbij aangekleed met vrolijke en kleurige kleding, hij schminkte zijn ruige wenkbrauwen een beetje blauw. Henk was al twintig jaar lid van de Konteklappers en was dit jaar zoals gebruikelijk in november 2018 volgens traditie in het geheim verkozen tot Prins Hendrik de Eerste. Hij zag er imposant uit in zijn prachtige aangemeten zilveren pak. Hij koos zijn eigen prinses en dat werd Marieke de Derde. Hij genoot met volle teugen van de langbenige dansmariekes, wat een inspirerende ceremoniemeester en wat een feest. Een toffe prins die Hendrik de Eerste want het kost veel geld prins zijn, maar Hendrik had daar jaren voor gewerkt en gespaard als Henk de portier. Ja, ik had hem tijdens de optocht in Leutebroek direct herkend aan zijn kenmerkende gezichtsprofiel.
Raar eigenlijk zo’n complete persoonsverandering. Nieuwsgierig vroeg ik later aan hem bij de portiersloge of het gezellig was. “Wat vroeg hij”, “Prins zijn” zei ik .Hij deed alsof zijn neus bloedde en antwoordde: “ach dat is mijn broer Dirk.”
Tijdens dat antwoord zag ik wat blauws in een van zijn ruige wenkbrauwen. Terwijl ik doorreed toverde deze gebeurtenis een glimlach op mijn gezicht. Die glimlach herhaalde zich toen ik er onlangs nog eens aan dacht. Hopelijk valt er in 2022 weer veel te genieten van het Carnaval.
We gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze site zo soepel mogelijk draait. Als je doorgaat met het gebruiken van deze site, gaan we er vanuit dat je ermee instemt.Ok