Mensen houden van helden, dat is altijd zo geweest en zal wel altijd zo blijven. Van heldenverhalen krijgen we nooit genoeg. We verslinden romans, stripboeken, roddelblaadjes en films. Over TV sterren, sportsterren en overige bekende Nederlanders willen mensen alles, maar dan ook alles weten. De grote helden van tegenwoordig zijn voornamelijk grootverdieners die net als Paul de Leeuw de Beatrix-norm in plaats van de Balkenende-norm als salarisplafond aanhouden. Succes betekent luxe, rijkdom en glamour. Sporthelden en popidolen lijken te leven in een wereld van villa’s, snelle auto’s, discotheken. Avondjurken en chique restaurants. In dit soort decadentie als eenvoudige loonslaaf wegdromen of nog beter je voorbeeld vinden, is dan ook de dagelijkse praktijk. Krijg je de kans, dan laat je het geld dat rolt naar jezelf toerollen.
In het particulier bedrijfsleven worden zo al exorbitante salarissen betaald. Maar daar heerst ten minste nog de tucht van de markt. Teveel gegraai zonder opbrengst, brengt een bedrijf in financiële moeilijkheden. Dus daar is het begrip ‘alle waar is naar zijn geld’, lik op stuk als het op salarissen en bonussen aankomt. In de voormalige volle- of semi-overheidsectoren, die zijn geprivatiseerd of verzelfstandigd, ligt dat anders. De markt ligt vast, concurrentie is er niet, vaak is zelfs in wetten en regels vastgelegd op welke marktterreinen men zich wel dan niet mag profileren. De kas loopt zo vanzelf steeds weer vol. In de Gezondheidszorg, Thuiszorg, Waterschappen, Woningcorporaties, Nutsbedrijven enzovoort, hebben inmiddels horden directeuren en bestuurders hun kans schoon gezien om zich tussen de Balkenende- norm en de Beatrix-norm te wurmen.
Politici (op of onder de Balkenende-norm) kijken afgunstig naar het loongebouw in het verzelfstandigde landschap dat ze zelf hebben aangericht. Op het lekker opkrikken van het eigen salaris rust het taboe van de kiezer, dus moeten de anderen omlaag. In de tweede kamer wordt hierover door veel gefrustreerde kamerleden nu geroepen dat er een wet moet komen die alles wat boven hun salaris uitkomt afkapt. De bekende uitspraak van W.F. Hermans: "een socialist is iemand die vindt dat een ander teveel verdient", gaat nu op voor kamerleden van zowel ter linker als ter rechterzijde. "Toch politieke winst voor de voormalige socialistische arbeidersbeweging", zegt mijn altijd spitsvondige buurman, die over mijn schouder meelas toen ik dit opschreef.
Hij kwam toevallig bij mij langs om te laten zien hoe er wordt gegoocheld met de stemming voor de nieuwe Koemarkt. Hij had het stembriefje, diverse kranten en informatie op de gemeentelijke website bestudeerd. "Meander hier is de verkiezingsadviseur van Mugabe aan het werk geweest", was zijn gekscherende openingszin. Grappig maar wel wat overdereven natuulijk.. "Kijk maar nergens is de informatie gelijk en nergens is deze ook volledig. Weet jij dat er bij elk ontwerp ook een leuk beeldhouwerk zit? Met de kleuren op de 3D presentatie op de website is geknoeid. Bij ontwerp B is ineens gebruik gemaakt van een veel donkerder lucht, wat ervoor zorgt dat de kleuren heel anders overkomen dan bij A en C. Dit is vast bewust gedaan om te contrasteren met de gele bestrating en het ontwerp eruit te laten springen. Bovendien is het ‘t enige ontwerp waarop het beeldhouwwerk goed wordt gepresenteerd". Ik keek nog eens vanuit mijn aanvankelijke ongeloof goed en inderdaad het klopt wat hij beweert. "Aan die poppenkast doe ik niet mee. Jij hebt zeker al gestemd he? Heb je nu vast spijt van, zeker?" Tot mijn spijt moest ik buurman bekennen dat ik inderdaad spijt heb.
Later lees ik in de krant en op diverse andere lokale media dat Rob Sampimon van D66 en Ernst Ankersmit van de Stadspartij, hetzelfde hebben geconcludeerd als mijn buurman. De verantwoordelijke wethouder Krieger ontkent alles en beweert en verweert zich zelfs met de argumentatie dat hij met een soort ‘noodreparatie’ en betere foto’s op de website voor toch nog de juiste informatie heeft zorg gedragen. Toen mijn buurman die reactie van Hans Krieger las, barste hij in schaterlachen uit. De vergelijking met Mugabe lag weer op zijn lippen zag ik. Die vergelijking is echter niet gepast. In Purmerend gaat het maar om een pleintje en in Zimbabwe om de staatsmacht. Daar zit toch wel een groot verschil tussen realiseerde hij zich op het juist moment. Typisch is het natuurlijk wel.