Stemrecht

stemrecht
Er is nog nauwelijks een nieuw kabinet geformeerd en er wordt al weer over nieuwe verkiezingen gesproken. 2 maart 2011 zijn de verkiezingen voor de Provinciale Staten. Heel belangrijk want ze worden gezien als graadmeter voor de populariteit voor ons extreem rechtse minderheidskabinet. Bovendien kiezen Provinciale Staten de leden van de Eerste Kamer. De waakhonden tegen fouten, blunders en ongrondwettelijke plannen die de ruziezoekers in de Tweede Kamer succesvol en vaak met machtsgebruik passeren. Het denken aan stemmen deed me terugdenken aan een situatie waarin ik als voorzitter van een stembureau ooit eens terechtkwam.

Het was een donkere zeer regenachtig en winderige dag. Het betrof gemeenteraadsverkiezingen dus dat maakte de dag extra langdraderig. ‘Mijnheer’, hoor ik mezelf nog hardop zeggen, ‘u mag niet met iemand anders het stemhokje in.’ Met enige irritatie sta ik van achter de tafel op. ‘Mijnheer, als u hulp nodig heeft moet ik u helpen. U mag echt niet met iemand anders in het stemhokje!’

Ik zie de persoon denken: ‘dat zullen we nog wel eens zien.’ De begeleider is niet één van de snuggerste en trekt zich direct ietwat terug. Een klein opstandje in het stembureau volgt. Mijnheer heeft een gebroken arm en is bovendien slechtziend. Het één zal wel ergens het gevolg van het ander zijn, gaat in een flits door mijn brein. ‘Sufferd, pennenlikker. Ik ken dat zo niet lezen, het is hier hartstikke donker (wat waar is) en ik kan ook mij hand niet gebruiken.’ Demonstratief wordt de in gips verpakte arm onder mijn neus gehouden met hulp van de gezonde hand. Met een zelf verzonnen door elkaar gehaspeld lesje in democratische rechten wordt ik tot een soort links dictatortje uitgemaakt die iemand poogt te beletten om zijn democratisch recht om te mogen stemmen uit te oefenen.

‘Dat zou wel het beste zijn’, denk ik opstandig bij mezelf, maar ik leg hem nogmaals geduldig uit wat de wet voorschrijft. Uiteindelijk accepteert hij mijn hulp en help ik hem met het invullen van het stembiljet. En zo heb ik, voor de eerste en laatste keer in mijn leven hoe ellendig ik me daar nu nog over voel, het vakje van de Centrum Democraten ingevuld. Deze extreem rechts partij kwam toen met drie zetels in de gemeenteraad, maar dit terzijde.

Midden in de nacht fietste ik van het verkiezingscentrum – het stadhuis- naar huis. Onderweg de kater wegduwend over de winst van de CD in Purmerend en dat ik daar een -zij het bescheiden- rol in heb gehad. Na een zeer lange verkiezingsdag, verwens ik de proleet nog eens hartgrondig. Dat heb ik weer, denk ik. Ik zit op het stembureau om mijn burgerplicht te doen en mensen te helpen en wat krijg je daarvoor? Een grote mond. Niet eerder opgekomen elitaire gedachten schieten door mijn hoofd. ‘Ze zouden potentiële kiezers een intelligentietest moeten doen, voor je mag stemmen. Stemmen moet weer een zaak worden voor mensen die bewezen hebben te kunnen nadenken.’

Later hoor ik op TV Kees van Kooten opbeurend en vergoelijkend tegen Wim de Bie zeggen dat al die gekozen CD-ers in gemeenteraden er in ieder geval voor zorgt dat er weer mensen zijn die lezen en schrijven moeten leren. Ik betrap mezelf erop voor de TV te zitten applaudisseren. Foei, denk ik er snel erachteraan! Heb ik daarvoor onder andere de harde leerschool van de PvdA doorlopen? Weet ik daarom niet juist hoe hard er voor het algemeen kiesrecht gevochten is? Nou dan.

pechtoldMaar het wordt er allengs niet beter op. Nu ik toch weer zie wat de PVV kiezer beweegt, tjonge tjonge. Stemmen uit de onderbuik. Anti-Islamitsiche kitsch. Populistische nationalistische en socialistische prietpraat. Lege PR optredens, zinloze debatten die alleen scoringsdrift laten zien. VVD en CDA partners met die…, het hangt me ver de keel uit. Alexander Pechtold (foto) van D66 ook, die trekt de lijn meteen door en zendt soortgelijke waarschuwingen uit als in de jaren dertig van de vorige eeuw. ‘Waar het CDA vreest voor het aanzien in het buitenland en niet wil dat er wordt getornd aan de rechtsstaat, de vrijheid van godsdienst en onderwijs, krijgt het nu toch te maken met een partij die voor etnische registratie pleit’, vindt de D66-voorman.  ‘Weet waar je aan begint. Het lijkt mij een brug te ver: je kunt hier geen schone handenpolitiek voor bedenken’, stelt Pechtold.  

Maar het is nog steeds democratie denk ik dan, de enige staatsrechterlijk vorm waarin een meerderheid een paard tot een ezel kan verkiezen en andersom……, zolang het maar een democratie blijft! Welke partij biedt mij binnenkort een echte visie over de koers voor de komende dertig jaar? Nu nog geen enkele. Ik hoop echt straks op 2 maart 2011 (Provinciale Staten) er wel één te kunnen vinden.

Column artikelen