HomeNieuwsColumnDe toekomst van de natuurwereld in Nederland geschetst vanuit het platteland

De toekomst van de natuurwereld in Nederland geschetst vanuit het platteland

DEEL 2

Een column in twee delen -geschreven door Leo Schagen- over ons cultuurlandschap dat als te herstellen natuur wordt beschouwd.

Gebiedsplannen NH


Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG)

In Beemster gaat het in hoofdzaak over stikstofuitstoot door de melkveebedrijven. Net als de akkerbouwbedrijven stoten die voor al hun werkzaamheden ook stikstofoxiden uit met hun verbrandingsmotoren op trekkers e.d. Toch zullen al deze bronnen een verandering ondergaan. De trekker zal meer elektrisch worden aangedreven en de productie maakt stapjes naar meer plantaardige eiwitbronnen en minder dierlijke bronnen.

Daarbij zal altijd een flink deel van de dierlijke eiwitten nodig blijven. Niet alle voedingstoffen kunnen eenvoudig en compleet worden aangereikt als nu via de dierlijke eiwitten. De kennis erover zal toenemen waardoor wel een verdere verschuiving kan optreden. Dus vooralsnog zijn dierlijke eiwitten in de Beemster nog het hoofdonderdeel van het verdienmodel.

Maar dit verdienmodel zal om aan alle eisen die de gemeenschap en het klimaat stelt nog verder worden aangepast. Alle spelers van Provincie, gemeenten en Waterschappen zullen samen met de bedrijven hun bedrijfsvoering tegen het licht dienen te houden. Boeren lossen niet alle problemen van de wereld op, zeker niet als de omgeving niet gelijk meebeweegt. Die omgeving wordt in hoge mate bepaald door hoe de groothandel en de winkelbedrijven een groter deel van hun opbrengsten ten goede van de productie laten komen.

Hoe ziet dit er nu uit voor de ons omringende natuur?

Het gebiedsplan moet zorgen voor goed beheer en in stand houding van de natuur. Deze natuur is in hoge mate ontstaan door menselijk handelen. Het hoge veen ruim boven zeeniveau in een brak tot zout milieu is door ontwatering en het steeds weghouden van begroeiing tot enkele meters onder zeeniveau gedaald en daardoor een open polderlandschap geworden.
Dit landschap met nog enkele meters veen dient volgens het NPLG en de klimaatdoelen behouden te blijven. Gelijktijdig met het ontstaan van een weidevogelgebied voor alle omringende polders.

Goed beheer gaat dan ook primair uit van goed waterbeheer dat past in de klimaat doelen. Dat betekent een waterniveau dat ongeveer 20 tot 30 cm drooglegging geeft op de gehele weide. En daar begint het samenspel tussen waterbeheer en goed land beheer. Als er geen greppels worden gegraven of niet onderhouden is al dit fijne afstelwerk qua drooglegging nutteloos. Als je nu goed kijkt in dit landschap zie je veel weiden met hogere kant en een laag binnenveld. Dit komt dus niet door goed baggeren maar door het slechte waterinlaten tot midden in de akker. Dit effect is nog versterkt doordat kleine delen van dit veenweidegebied door onderbemaling op perceel niveau sterker zijn gedaald. Deze extra verlaagde percelen blijken bij peil aanpassingen het nog hogere deel, dat juist een kleine drooglegging nodig heeft om veenoxidatie tegen te gaan, te domineren. 20 ha bepaalt bijvoorbeeld in de Eilandspolder het peil in de rest van 1500 ha grote polder. Hier zullen nog harde noten over gekraakt moeten worden.

Al deze kennis en inzichten op het gebied van bodemdaling zijn van belang naast biodiversiteit en kruidenrijke graslanden om tot een duurzaam instandhouding van het landschap in de N2000 gebieden te komen. En dan hebben we het nog niet over de ganzenoverlast gehad.

Gebiedsplannen

Het Rijk geeft de provincie meer tijd om met alle betrokkenen de gebiedsplannen op te stellen. Dit was 1 juni vorig jaar dat deze ingediend moesten zijn bij het Rijk, deze datum is inmiddels verlengd naar 1 juli 2023. Er zijn in Noord-Holland 24 gebieden getekend die een afzonderlijk gebiedsplan dienen op te stellen. Dit zal via gebiedstafels plaatsvinden. Zie de afbeelding bovenaan.

Voor Beemster als productiegebied en Purmerend als gemeente valt op dat dit niet in zijn geheel in een gebiedsplan is opgenomen. Beemster is bijna geheel gekoppeld aan de Eilandspolder, terwijl er ook delen juist tegen het Jisper- en Wormerveld gelegen zijn. Het stedelijk deel ligt vervolgens weer in 2 andere gebieden.

Enige relativering

Er is bij het ministerie een lijst met de 500 tot 600 piekbelasters in Nederland. De provincie Noord-Holland is niet bekend met de inhoud van deze lijst. Als we alleen al kijken naar de aantallen pluimveebedrijven en kalverenmesterijen met name in de provincie Drenthe, Overijssel, Gelderland, Noord-Brabant en het noorden van Limburg dan zullen de piekbelaster in de landbouw zich bijna voor 99% daar bevinden en deze bedrijven bevinden zich relatief nabij minimaal de helft van de N2000 gebieden.

Betekenis van dit alles voor de natuur in Nederland

Als alle bedrijven qua stikstof uitstoot (ook Schiphol, Tata steel, binnenvaart etc.) hun uiterste best gaan doen, dan zal er ongetwijfeld wat minder gras gaan groeien in heide-en duingebieden. Maar met name de neerslag van Stikstofoxide (NOx) uit transport, zee (Ammoniak) en ons omringende landen zullen, door de toepassing van bijv. bruinkool voor de opwekking van een steeds grotere vraag aan elektrische energie, niet afnemen. De KWD-waarde zal er nog steeds door worden overschreden. Er zal blijken dat de natuur zich niet zo eenvoudig laat sturen.

Wat veel bepalender is voor ons milieu is het verbeteren van het bodem- en insectenleven van de leefomgeving dan fixeren op de stikstof waarde. De Stikstof problematiek lijkt vooral een door regelaars opgepoetst juridisch probleem. Dat ons bezighoudt en ondertussen gebeurt er niets aan zaken die er toedoen. De natuur wordt met de huidige stikstof aanpak niet echt gediend.

De natuur -het cultuurlandschap- kan door bedrijfsaanpassingen en een gevarieerder verdienmodel van de grondgebonden agrarische sector flink worden verbeterd. Maar daar adviseert Remkes niets over.

De politiek is gericht op de honger naar grond om voor andere doeleinden dan ‘boerengrond’ te kunnen gebruiken. Belangen van economische en ruimtelijke ordening (woningbouw) signatuur spelen hierbij een hoofdrol. Was het maar de natuur waar bestuurlijke partijen echt om gaven, dan was al lang de hulp van boeren ingeroepen. Want die werken al eeuwenlang elke dag van de week met de natuur. De een wat beter overigens dan de ander. En daar heb je juist een regering en een landsbestuur voor nodig om dat te corrigeren.

Lees Hier DEEL 1

 

 

Column artikelen