HomeNieuwsColumnCultuurverandering gemeentepolitiek gaande

Cultuurverandering gemeentepolitiek gaande

change
Gaan Purmerendese politici over op een wijkenstelsel? Dit afgekeken van de Britse politici die via een districtenstelsel een zetel in het parlement moeten zien te veroveren.
Het leuke van een wijkenstelsel is voor lokale politici het directe contact met de achterban in de wijken. Kiezers keuren op deze manier hun kandidaten: kan ik op deze kandidaat vertrouwen is hij of zij goed aanspreekbaar en zal hij voor onze of nog liever mijn belangen opkomen in de stille diplomatie op het stadhuis en in de gemeenteraad?
De noodzaak om de wijken (districten) in te gaan werd door Winston Churchill ooit omschreven als ‘de bestuurlijk democratie in werking’.

De Stadspartij introduceerde daartoe de wijklunches tijdens de vorige gemeenteraadsperiode. Wijklunches voorafgegaan door wijkschouwen, flyeren en gesprekken met wijkbewoners, voorts het verzamelen van opmerkingen en klachten, nawerk en tonen van blijvende betrokkenheid.  
Niet zonder succes zoals de gemeenteraadsverkiezingen lieten zien.  In februari volgend jaar staat de eerste van een nieuwe luchcyclus in de wijk Wheermolen op het programma.
Om plaats te kunnen nemen op een raadszetel moet een lokale politicus zich dus zichtbaar inspannen voor de goede zaak en liefst ook wijkgericht goed zichtbaar en aanspreekbaar zijn. Wie een band met een wijk of een maatschappelijk zaak kan aantonen heeft automatisch een plusje.
Niets nieuws uiteraard maar je moet het wel gaan doen en niet een beetje maar goed en consequent. Lokale partijen in den lande hebben in het algemeen deze wijze van werken als hun politieke merk geïntroduceerd.
Goed resultaat doet volgen. Maar dat blijkt niet zo gemakkelijk te kopiëren.

Zo heeft recent een partij de eigen politici, na een quasi wetenschappelijke  onderzoek, opgedragen de straat op te gaan en zo de loslopende kiezers op te zoeken. Het lijkt op een opdracht aan een introvert persoon om spontaan te worden, dat werkt dus niet. Een andere partij  koestert een buurtprobleem van de vestiging van een school met bijzonder onderwijs. De bezwaren van de buurtbewoners tegen de komst van de school worden door deze partij gekanaliseerd en gedreven soms overdreven uitgedragen. Weer een andere partij worstelt met de belangen van bewoners in een straat die menen dat hun huizen door bouwactiviteiten zijn beschadigd. En zo is er ook een partij die een vermeende corruptiezaak van een gemeenteambtenaar te pas en te onpas onder de aandacht probeert te brengen. Dit vanuit een soort complot denken dat het gemeentebestuur wellicht bezig is de zaak onder het tapijt te werken. Er zijn, zo veronderstelt de betrokken partijleiding, genoeg mensen die er complottheorieën of een algemeen zwartgallige mening op na houden die het wel zien zitten in zo’n partij. Althans dat is mijn verklaring voor de gekozen werkwijze.

In de landen met districtenstelsels weten ze al dat het zo niet werkt. Het contact  van mens tot mens wordt daar gekoesterd. Een kamerlid in Engeland houdt bijvoorbeeld periodiek een spreekuur waarin hij of zij als plaatselijke ombudsman optreedt. Burgers die verdwaald zijn geraakt in de administratieve molen en  niet meer weten hoe ze verder moeten met hun zaak kunnen bij ‘de plaatselijke ombudsman’ terecht. Tevens gebruikt in Engeland het kamerlid deze spreekuren om te horen wat er aan dagelijkse sores leeft onder de burgers. Vertrouwen opbouwen en continuïteit dat zijn de sleutelbegrippen. Precies hetgeen waar de Stadspartij lokaal gestaag mee bezig is.

Ondanks al het slagen en falen is het duidelijk dat er lokale politici zijn die, bewust of onbewust, bezig zijn met pogingen het directe contact met burgers in de eigen gemeente een nieuw leven in te blazen.

Vooralsnog heeft de Stadspartij een straatlengte voorsprong op de anderen met de gekozen wijze van wijkgericht en themagericht werken.  Maar duidelijk is dat andere partijen door hebben hoe de nieuwe lokale politiek in eigen gelederen zou moeten werken.
Daarnaast is nog wel vaak in de raadszaal commentaar te horen van partijen die het niet goed functioneren van het gemeentebestuur aan de kaak stellen als het op het ‘van buiten naar binnen werken’ aankomt.  
Dat van buiten naar binnen werken uiteraard ook geldt voor de partijen zelf, daar zou nog wel menig kritisch woordje aan kunnen worden gewijd. Het veranderen van een jarenlang ingesleten politieke cultuur die juist ‘van binnen naar buiten werkt’ is nu eenmaal geen zaak van één etmaal. Maar men is, ieder op zijn eigen wijze,  op weg.

Column artikelen