HomeNieuwsColumnCode Oranje

Code Oranje

codeoranje
Oost-Europeanen, u weet wel, die hardwerkende mensen die tegen het minimumloon of minder verdienen en met recht de slaven van deze tijd kunnen worden genoemd, over hen heeft de altijd inventieve minister Asscher (Sociale Zaken) nu ook een mening. De heer Asscher kondigt  ‘Code Oranje’ af voor de toestand op de Europese arbeidsmarkt: ‘de dijken staan ‘op sommige plaatsen’ op doorbreken. ( Je ziet de moderne PvdA-er kort twijfelen tussen het ouderwetse Code Rood of het meer nieuwerwetse nationalistische Code Oranje.)
De volksverhuizing vanuit Oost-Europa naar het Westen heeft een ‘ontregelend effect op armere en minder hoogopgeleide burgers in rijkere EU-landen. Hun werk en inkomen worden bedreigd door nieuwkomers, die veel lagere lonen gewend zijn en de welvaartsstaat nog niet goed kennen’.
Dit schrijven minister Lodewijk Asscher (Sociale Zaken) en de Engelse publicist David Goodhart in een ingezonden stuk in de Volkskrant en de Britse krant The Independent.
‘Onze zwakste burgers leggen het op de arbeidsmarkt af tegen bekwamere mensen van elders’, betogen Asscher en Goodhart. Als daar niets aan gedaan wordt, wordt de sfeer vergiftigd en de vreemdelingenhaat aangewakkerd, menen zij.

Zowel integratiewethouder in Den Haag Marnix Norder (PvdA) als Paul Ulenbelt (kamerlid SP) spraken in 2010 ook al over een tsunami die voor overlast zorgt.
En nadat de PVV er in februari 2012 een meldpunt overlast Midden- en Oost-Europeanen voor had opgezet, werd dit onderwerp pas echt actueel. De SP haastte zich toen om er nogmaals op te wijzen dat ze toch echt de eersten waren die op het probleem en het uit de hand lopen ervan wezen
De SP begon namelijk al in 2005 met een meldpunt voor ‘concurrentievervalsing op de arbeidsmarkt die wordt veroorzaakt door de toestroom van Polen en andere Oost-Europeanen’.
De Socialistische Partij was, vooral bij monde van fractieleider Emile Roemer, opmerkelijk verontwaardigd over het meldpunt in 2012 van de PVV voor overlast veroorzakende Midden- en Oost-Europeanen.
Bij PVV, SP en PvdA is er dus sprake van een toenemende afkeer van en zorg over de komst van de Oost-Europeanen op de Nederlandse arbeidsmarkt. Dat verbindt deze partijen in het bijzonder.

En nu in de zomermaanden van 2013 zet Lodewijk Asscher, rijzende ster van de PvdA en minister in het kabinet Rutte, plotseling de zaak op de Europese politieke agenda.
Hij ontpopt zich daarbij als de nieuwe woordvoerder van de PVV, SP en PvdA. Partijen die als het nu op verkiezingen aankwam een ruime meerderheid in de Tweede Kamer zouden krijgen. Maar dit terzijde.

De PVV is uiteraard jaloers op deze plotseling voortrekkersrol van de PvdA voorman en kondigt een hard debat aan.
De PVV wil namelijk een debat met minister Asscher van Sociale Zaken, waarin hij moet uitleggen hoe hij de hordes Roemenen en Bulgaren vanaf 1 januari 2014 bij de grens denkt te gaan tegenhouden.
PVV-Kamerlid De Graaf: “Asscher is de pyromaan die zich uitgeeft voor brandweerman! Hij en zijn PvdA hebben zelf de ellende veroorzaakt die nu op ons afkomt.” Wat de PVV betreft komt er geen Bulgaar of Roemeen Nederland in. “Asscher huilt krokodillentranen en wil helemaal geen oplossing”, aldus De Graaf.

De PVV is het fundamenteelst in zijn afwijzing van de Oost-Europeanen op de Nederlandse arbeidsmarkt. Die moeten worden geweerd. De SP wil ze alleen toelaten als het systeem van het verlenen van werkvergunningen weer wordt ingevoerd. En Asscher (PvdA) wil iets doen tegen de malverserende werkgevers en bedrijven die Oost-Europeanen tegen woekerlonen op de Europese arbeidsmarkt zetten.

Alle drie hebben gelijk wat betreft het benoemen van het probleem. Alle drie volkomen verdwaasd als het de oplossing ervan betreft.
Want het werkelijke probleem voor laaggeschoolde Nederlanders zijn natuurlijk de open grenzen. Zoals Asscher zelf al toegeeft ‘onze zwakste burgers leggen het op de arbeidsmarkt af tegen bekwamere mensen van elders’. Met andere woorden: ook als alle werkgevers zich keurig aan de arbeidsvoorwaarden houden, kunnen laaggeschoolde autochtonen nog niet tegen de Midden- en Oost-Europese concurrentie op.

Het probleem schuilt dus in Europese op de expansie gerichte financiële machtshonger van politici, die willens en wetens Oosterse landen tot het Europese economische systeem toelaten. Terwijl deze landen economische gezien in feite nog tot ‘derde wereldlanden’ moeten worden gerekend. Daarmee ook negerend dat er in de eigen Europese landen een sociale onderklasse aan het ontstaan is die rap op weg is een ‘derde-wereld-bevolkingsklasse’ in de rijke Europese landen zelf te worden.

Zou het soms ook iets te maken hebben met de beloning van onze politici?
Over de hele linie wordt -naar mijn mening-  te laag betaald voor een politiek baantje waarin geacht wordt dat er  visionaire en daadkrachtige besluiten worden genomen. If you pay peanuts, you get monkeys, komt mij in dit verband vaak voor de geest.

Om maar te zwijgen van de salarissen van de topmanagers die het economische wereldtoneel in feite bespelen en bepalen, en waar ze tegenop moeten tornen.
Ik waag het te stellen dat het ‘Oost-Europese salaris’ van onze politici, automatisch zorgt voor weinig concurrentie van bekwamere politieke werknemers die met aantoonbare kennis en ervaring staatsmanschap zouden kunnen bewerkstelligen.

Column artikelen