In de zaak over de hondenbelasting van de gemeente Sittard-Geleen vindt de advocaat-generaal (A-G) dat de hondenbelasting niet in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. De A-G adviseert de Hoge Raad om de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch die hierover anders oordeelde, te vernietigen.
De VNG kan zich goed vinden in het advies van de advocaat-generaal.
Uitspraak gerechtshof
Het Hof ’s-Hertogenbosch oordeelde in januari dat de hondenbelasting in strijd is met het gelijkheidsbeginsel als de gemeente niet kan aantonen dat het geld wordt besteed aan hondenbeleid. De gemeente Sittard-Geleen tekende tegen dit oordeel beroep in cassatie aan bij de Hoge Raad. De A-G adviseert nu om de hondenbelasting in stand te laten.
Geen gelijke gevallen
De A-G vindt dat houders van een hond en degenen die geen hond hebben geen gelijke gevallen zijn. Volgens hem moet de rechter toetsen aan het evenredigheidsbeginsel. De A-G vindt dat bij een hondenbelasting van ruim € 55 in ieder geval geen sprake is van onevenredige behandeling.
Vrije besteding opbrengsten
Ook vindt de A-G het geen probleem dat de gemeente niet heeft aangetoond dat de opbrengst voor hondenbeleid is. De hondenbelasting is geen bestemmingsbelasting, de gemeente is vrij in de besteding van de opbrengsten.
De A-G adviseert de Hoge Raad. De Hoge Raad is niet verplicht deze adviezen over te nemen. Op welke termijn de Hoge Raad beslist is niet bekend.
Meer informatie
- Advies advocaat-generaal (via site de Rechtspraak)
- Gemeenten kunnen hondenbelasting blijven heffen (VNG-nieuwsbericht, 30 januari 2013)