Stemhulp

snoeien
Maart is de maand dat de tuin weer gesnoeid mag worden.
In het najaar van 2016 heb ik er niets aan gedaan, zodat er veel kleurrijke wildgroei is en er bladeren liggen. De schaarse keren dat ik buurman van de winter buiten zag drong hij er steeds op aan dat ik die ‘rommel’ zou opruimen en de tuin zou schonen. Geduldig legde ik keer op keer buurman uit dat het opschonen van de tuin in het najaar, het zogenaamde winterklaar maken, een vorm van een traditie is die niet juist is en nog belangrijker niet milieuvriendelijk. Vooropgesteld dat eenjarige planten wel verwijderd kunnen worden. De stengels gaan snel rotten en het geeft een vies gezicht. 
Mijn tuin is juist vormgegeven met vaste planten die winterhard zijn. Bomen staan er niet in, die kunnen zolang het niet vriest wel worden gesnoeid. Maar dit terzijde.
Kortom het ouderwetse ‘winterklaar maken’ was vroeger vooral bedoeld om de tuin er in de winter netjes uit te laten zien.
Alle vaste planten afknippen en de tuin afstrooien met turfmolm is niet meer van deze tijd. Veel vaste planten zijn juist nog prachtig in de winter. De afgestorven stengels zorgen voor een fraai wintersilhouet, zeker met een laagje rijp of sneeuw. En een beetje ‘slordig’ is juist goed voor de dierenpopulatie in de tuin: verdorde bladeren en plantenresten zijn belangrijk voor allerlei nuttige diertjes.
Om een kort verhaal niet nog langer te maken: maart dát is de snoeimaand. En toen buurman mij zo bezig zag liet hij dat met een zekere jubel in zijn stem instemmend blijken. Verlegen om een praatje zit hij nooit en eerlijk gezegd is hij wel gezellig.
Hij vertelde me dat de winstgevende zaken die hij op vrijwillige basis in Purmerend doet hem behoorlijk bezig houden. Zijn voornaamste doel is arbeidsloze jongere en oudere vrienden en bekenden als vrijwilliger in te schakelen. Met dat verschil dat zijn vrijwilligersbaantjes in de economische periferie zitten. Zo aanrommelend kan er door de vrijwilligers ook een reëel zakcentje bij worden verdiend .

Hij zit er niet mee dat zo de grijze zone tussen vrijwilligerswerk en reguliere arbeid door hem wordt geëxploiteerd ten gunste van vrijwilligers. Hij redeneert dat het steeds meer inschakelen van vrijwilligers een tijdsverschijnsel is. Je ziet het bij de overheid, bij kunst en cultuur, maatschappelijk werk, onderwijs, enzovoort. Het laat zien dat daar creatief gedefinieerd steeds meer werkzaamheden voorkomen die onbetaald door vrijwilligers worden gedaan. Hooguit een vrijwilligersbeloning is daar mogelijk. Nu die is bij buurman in zijn economische werkelijkheid voor zijn vrijwilligers een stuk royaler.

Nu we zo weer eens een goed gesprek hadden vroeg buurman mijn advies op wie hij 15 maart het beste zou kunnen stemmen. Hij heeft alle stemwijzers, kieskompassen noem ze maar op geprobeerd maar komt er niet uit.
Vooropgesteld hij vindt het helemaal niet slecht gaan in Nederland en daar zit nu juist het dilemma.
Hij voelt zich als ras ondernemer, al is het nu zijn hobby en niet meer zijn beroep, als een vis in het water. Op welke kandidaat of partij je stemt maakt nauwelijks nog iets uit om dat zo te houden vindt hij. Dus laat hij zijn voorkeur er van afhangen welke politicus van welke partij dan ook hij graag in zijn nu denkbeeldige bedrijf zou willen aannemen. Hij maakt er dus een vorm van een sollicitatie van.

Op dit moment zou hij zo zijn kandidaat selecterend geen enkele ‘sollicitant’ een vaste baan geven. Tot er is gestemd krijg je van alle kandidaten wat je wenst, maar hoe is het gedrag daarna? Daar heeft buurman niet zo’n beste ervaring mee, hoewel het voor het grote geheel – de landspolitiek het uiteindelijke resultaat- nauwelijks iets uitmaakt.
Kortom hij zoekt een kandidaat die hij sympathiek vindt en die hij staatsman achtige competenties toedicht.

Ik vertel hem dat ik ook zo mijn eigen afweging maak. Zonder stemkieshulpjes turf ik al punten gevend af op wie ik niet zal stemmen. Degene die dan in positieve zin boven komt drijven dát is mijn kandidaat. De minst slechte (mijn mening) dus zult u denken. En dat heeft u dan goed gedacht.

Samen met buurman lopen we alle kandidaten op mijn manier af en ja hoor. Beiden komen wij uit op een echte menselijke kandidaat, charmant, wat ouder, met warme empathie en betrouwbaar in die zin dat als deze kandidaat iets stoms of raars doet dat niet uit politieke slimmigheid voortkomt maar uit puur menselijk falen. De kandidaat van dit moment bestaat voor ons. Dankbaar en opgelucht loopt buurman naar binnen en snoei ik fluitend verder. Op naar de stembuus en het voorjaar.

Column artikelen