HomeNieuwsColumnJokken in groepsverband

Jokken in groepsverband

Opnieuw is het aanzien van de politiek beschadigd. En dit op dezelfde dag dat het debat in de Kamer plaatsvond met Minister van der Steur over diens grievende woorden aan het adres van patholoog-anatoom prof. dr. Maat en het door hem onleesbaar bewerken van informatie met als doel dit te maskeren. Prof. dr. Maat openbaarde de informatie over hem door het openbaar gepresenteerde onleesbaar bewerkte rapport, dat hij ongekuist wel mocht lezen maar niet in de kopieermachine mocht stoppen, dan maar met potlood over te schrijven. Duidelijk een wetenschapper met een degelijke ouderwetse opleiding waarbij noteren en overschrijven nog het voornaamste werkbestanddeel van studenten betrof. Maar dit terzijde.

Terug naar die politieke incorrectheid waar ik het eigenlijk over wil hebben. Op 18 februari schreef journalist Derk Stokmans in NRC Handelsblad een stuk met gedetailleerde informatie uit een vergadering van de commissie Stiekem van 12 december 2013. Hij citeerde toen ‘meerdere bronnen’.
Door deze onthulling kwam een in het openbaar gebezigd verzinsel van minister Plasterk aan het licht. De kwestie draaide om de 1,8 miljoen Nederlandse belgegevens die in de Verenigde Staten waren beland. Minister Plasterk verklaarde daarover in het openbaar en in de Tweede Kamer dat de Amerikanen die informatie zelf hadden weten te bemachtigen.

Door het lekken over wat de werkelijke feiten waren naar NRC Handelsblad kwam aan het licht dat de heer Plasterk in het openbaar een onwaarheid had verteld. Nederland had deze belgegevens wel degelijk zoals een brave bondgenoot betaamt aan de Amerikanen gegeven. De fractievoorzitter van D66 diende hierop een motie van wantrouwen in. Waarop de fractievoorzitter van de PvdA Diederik Samson ondubbelzinnig liet doorschemeren dat minister Plasterk in de commissie Stiekem in het geheim alles eerlijk aan de fractievoorzitters in de Kamer had verteld. De heer Pechtold zat dus (vergeetachtigheid?) een toneelstukje op te voeren en was zelf ook niet bepaald fris onder de oksels.
En zo stond niet alleen minister Plasterk met de mond vol tanden maar ook alle fractievoorzitters. In ‘commissie’ zoals dat zo mooi heet hadden ze in het geheim de waarheid van minister Plasterk vernomen en in de openbaarheid -in de Kamer- hielden ze daarover zoals afgesproken de kaarten tegen de borst; op de vergeetachtige heer Pechtold na dan natuurlijk. Een ministerieel leugentje om bestwil daarmee afdekkend. Het volk had van deze misleiding door onze volksvertenwoordigers dus eigenlijk niets mogen merken.

Omdat het een gênant optreden van alle betrokken politici betrof werd blijkbaar een afleidingsmanoeuvre gestart. Enerzijds werd het overhandigen van de 1,8 miljoen belgegevens afgedaan als op de keper beschouwd een bagatel, anderzijds werden de media- en dus de volksaandacht- afgeleid door het zoeken naar het lek in de commissie Stiekem. Doel van de manoeuvre:  de aandacht afleidend van het openbare bestuurlijke gejok, zo ook geen aandacht meer voor de onwettige (?) hand – en spandiensten aan de VS.

Het zoeken naar de schuldige van het uitlekken van de affaire werd een smeuïg feuilleton. Onder aanvoering van één van de fractievoorzitters werd aangifte gedaan tegen het lekken en startte de Rijksrecherche een onderzoek. Dat duurde geruime tijd  en toen wij -het volk- dreigden de affaire te zijn vergeten kwam het bericht van de rijksrecherche dat er verdachte Kamerleden ‘in beeld’ waren. Tja, dat klonk heel bedreigend, stel je voor dat er wel eens een keertje in de commissie Stiekem staatsgevaarlijke informatie werd gewisseld en niet informatie om een onwaarheid van een minister af te dekken?

Verder onderzoek door een Kamercommissie werd door de Kamer bevolen. Wie of welke Kamerleden waren de mol?
Wat vanaf het begin af aan al duidelijk was, dat een Kamercommissie niet moet worden geacht zowel materieel als immaterieel politiewerk te kunnen doen, werd op 20 januari bevestigd. Het lek viel niet meer te achterhalen. Affaire gesloten!

De dubieuze rol van onze minister en onze volksvertegenwoordigers hebben we met zijn allen kunnen vaststellen. Laten we dat als opbrengst beschouwen al rijst daarmee meteen de vraag: wat is er nog meer niet-waar van wat door politici ‘in commissie’ in het openbaar wordt verteld?

Overigens alle hulde aan degenen die door het lekken lieten zien dat er ‘ondergronds’ nog genoeg op eigen kracht opererende morele politici c.q. ambtenaren zijn die dergelijke staaltjes bestuurlijke volksmisleiding aan de kaak durven te stellen. Al geeft het wel te denken dat dit heimelijk moet gebeuren.

Column artikelen