Het subsidiëren van het luilak dans feest op 22 mei met € 17.000,- stond deze week centraal in de commissie Samenleving. Tot mijn vreugde kwamen de intuïtieven en preciezen met elkaar in een vraag en antwoord spelletje terecht. Dat gaat nooit werken weet ik uit ervaring maar naar zo’n worsteling kijken is erg leerzaam.
De intuïtieven wisten het antwoord op de vraag wel. De preciezen probeerden daar van alles op af te dingen zonder op dit moment zelf met een constructief beargumenteerde mening te willen komen. Die gaven er dan ook duidelijk blijk van het thans niet te weten.
Als je het geworstel van de preciezen positief bezag dan probeerden de preciezen slechts op alle mogelijke manieren hun zekerheden te ontlenen aan de mening van de intuïtieven. Je zag de geestelijke wanhoop van de zoekende preciezen dan ook groeien.
Is het ons € 17.000,- waard om geen luilakoproer te hebben en bovendien een tot een traditie uitgegroeid dans feest voor jongeren te handhaven of niet? Dat werd de cruciale vraag die uiteindelijk werd opgeworpen.
De intuïtieven grepen terug op hun historische ervaringen en dus hun geheugen en vonden dat voldoende om de subsidie portemonnee te trekken. Gesproken werd van een win-win situatie daarmee duidend op: geen oproer (win) en een dansfeest dat Purmerend siert (win).
De preciezen lieten hun geheugen en hun historische ervaring even buiten de raadszaal en vroegen om harde feiten en cijfers.
Tja en die zijn er niet, althans niet van recente datum. Sinds het luilak dansfeest als dé uitvinding werd geïntroduceerd om de luilakoproeren die Purmerend voor 2001 teisterden te elimineren, zijn er nu eenmaal geen feiten en cijfers meer. Wel evenementskosten, maar of die in verhouding staan tot mogelijke hedendaagse oproerkosten is niet te becijferen. Gelukkig maar denken velen, maar dat is thans zeker niet voor de preciezen voldoende.
Becijferen kan natuurlijk best wel als men het experiment aandurft en het weer eens enige jaren probeert zonder de bliksemafleider: het luilak dansfeest. Maar willen en durven de preciezen dat ook? Dat kwam niet naar voren.
Duidelijk is het dat de partij waarvoor ik deze column schrijf de win-win situatie wil handhaven en dus de intuïtieve lijn volgt. Dit met als drijfveer historische feiten en ervaring. Geen oproer en een toonaangevend evenement, dat is ons wel € 17.000,- waard.
Onduidelijk is of het de rationelen menens is en of ze er juist geen cent meer aan uit willen geven. Dat kwam namelijk niet echt uit de verf omdat de argumenten van hen bleven steken in: waar zijn de feiten en cijfers waaruit blijkt dat het luilak dansfeest die € 17.000,- waard is? Het in de moeilijkheden brengen van de woordvoerder van de intuïtieven had daarbij even meer prioriteit dan een eigen mening pogen te poneren.
Een eenvoudige politieke truc waarmee vooralsnog werd ontlopen om stelling te moeten nemen tegen bestaande historie, ervaring en een win-win situatie. Interessanter en dapperder zou het zijn om er vol tegenaan te gaan en om het er maar weer eens op te laten komen. Zo de praktijk laten bewijzen of het luilak oproer de kop weer opsteekt. Zo ontstaan de nieuwe feiten en cijfers waarmee kan worden bepaald of oproer en schade binnen de € 17.000,- blijft en of het verlies van het evenement een echt verlies voor Purmerend is.
Maar als je ergens niet zeker van bent, als je een situatie niet begrijpt, waarom zou je tot een dergelijke actie overgaan? Toch is dat wat bij de preciezen eigenlijk speelt.
Waar het in feite op neerkomt is mensen en politici in het bijzonder, nemen tegenwoordig te weinig ruimte om een stap terug te doen, even stil zitten in een kamer en werkelijk na te denken. Politici moeten zichzelf dwingen regelmatig alle mogelijke en onmogelijke scenario’s te overdenken. Denk het ondenkbare, verwacht altijd het onverwachte. Intuïtie is daarbij een belangrijke raadgever.
Politici moeten zich ook bewust zijn van de ‘illusie van controle’. Mensen hebben veel minder onder controle dan ze zelf denken, en daarom kun je de aandacht maar beter richten op die paar belangrijke dingen waar je echt invloed op hebt.
Wat dat in het kader van deze column is moge duidelijk wezen.