HomeNieuwsColumnHerdenkingsrede wethouder Coen Lageveen in Keyserkerk

Herdenkingsrede wethouder Coen Lageveen in Keyserkerk

Wethouder Coen Lageveen legde namens de gemeente een krans bij het verzetsmonument op ‘t Landje in Middenbeemster. Na de kranslegging was er een herdenkingsprogramma in de Keyserkerk in Middenbeemster.

Foto Geert Heikens


Coen Lageveen sprak op 4 mei in de Keyserkerk een herdenkingsrede uit die hieronder is weergegeven.

‘Dodenherdenking

Toen mij onlangs werd gevraagd om op deze mooie plaats een toespraak te houden op 4 mei schoot mij van alles door het hoofd. Waar ga ik over vertellen en wat weet ik, als iemand die in alle vrijheid leeft, nou over oorlog en bevrijden te vertellen?

Toen moest ik ook gelijk denken aan mijn jeugdjaren. In de flat vlak bij ons ouderlijk huis in de Wheermolen woonde Ome Piet. Ome Piet was een oud college van mijn vader en al een aantal jaar gepensioneerd. Piet was een echte vrijgezel, rookte graag een sigaret en hield ook wel van een borrel. Piet kwam dagelijks even bij ons langs en soms ging ik met mijn vader een bak koffie halen bij Piet in de flat. Wat mij opviel, als ik daar dan aan een glaasje fris dronk dat Piet een halve fles jonge jenever opdronk. Toen ik dat eens tegen mijn vader vertelde kreeg ik het verhaal van Piet te horen.

Piet was marinier geweest, en daarbij onderdeel van de Prinses Irene Brigade. De brigade die op 6 juni 1944 in Bretagne was begonnen met het bevrijden van Europa maar vooral Nederland in de 2e wereld oorlog. Ofwel een van de vele helden die met gevaar voor eigen leven heeft gevochten voor de vrijheid van Nederland. Daarbij had Piet zoveel meegemaakt dat Piet voor hij ging slapen een flinke borrel nodig had om te kunnen slapen.

En, zo vertelde mij vader, als Piet soms met mijn vader samen zat en een slok op had kwamen de verhalen. Verhalen die mijn vader niet wilde delen met mij. Verhalen die gruwelijk waren. Het enige wat mijn vader dan vertelde was dat Piet als enige van zijn groep Nederland had bereikt, zijn maten hadden de gevechten met hun leven moeten bekopen. Piet had veel meegemaakt en gevochten op leven en dood. Iets wat ik me moeilijk voor kon stellen.

Toen Piet op een gegeven moment naar een andere woning ging verhuizen, twee etages hoger en kleiner want dat was goedkoper in huur, hielpen wij Piet met verhuizen. Wat ik nooit zal vergeten was een plastic tas, onderin een kast gepropt. Ik hoorde mijn vader vragen aan Piet wat hij met die tas, vol met medailles, wilde. Piet pakte de tas op en gooide hem in een verhuisdoos. Die spullen hoef ik niet te zien was zijn heftige reactie.

Enkele jaren later is Piet overleden. Stiekem vond ik dat echt jammer, voor mij was Piet een grote held. Een van de mensen die ons heeft bevrijd van de Duitsers. Van een oorlog waar je eigenlijk niet aan terug wilt denken. En nu heb ik nog makkelijk praten. Ik heb die oorlog niet meegemaakt en ben van een generatie die ook verwacht geen oorlog mee te zullen maken.

Totdat het februari 2022 was en Rusland besloot Oekraïne binnen te vallen. We kennen allemaal de verschrikkelijke beelden van wat zich daar afspeelt en dan komt het toch wel heel dichtbij. De inwoners vluchten en worden gelukkig opgevangen in de landen om hen heen, ook hier in Nederland en in onze gemeente. Hier zelfs in het dorp, in het voormalige gemeentehuis.

Maar als ik die verschrikkelijke beelden dan zie, moet ik ook weer aan Piet denken. Hoe had Piet hier over gedacht als hij nog leefde? Maar aan de andere kant ook weer gerust, want hoe had alles weer opgerakeld geworden en wat had dat met Piet gedaan?

Wat ik wel weet dat ik de mensen, de strijders, helden als Piet nog altijd dankbaar ben voor hun strijd voor onze vrijheid en hoop ik dat de vreselijke oorlog in Oekraïne zo snel mogelijk stopt en iedereen weer in vrijheid kan leven.

Leven zoals leven ooit is bedoeld voor iedereen waar ook ter wereld!’

Column artikelen