HomeNieuwsColumnHeel Purmerend als natuurtuin

Heel Purmerend als natuurtuin

tuinleroy
De bijen kwamen plotseling op de politieke agenda van de raad in Purmerend. GroenLinks heeft de bij als bedreigde diersoort terecht onder de aandacht van de raadsleden gebracht. De leek, zoals ik, begreep van de inleiding van het voorstel dat in het bijzonder wilde bijen in hun voortbestaan worden bedreigd.

Het viel me meteen op dat op een onnavolgbare manier GroenLinks er verderop in het voorstel een probleem van de wilde bij èn de honingbij van wist  te maken. Het gevoel van ‘daar klopt iets niet’, bekroop me.
Om het voorstel om de bijenstand in Purmerend te bevorderen kracht bij te zetten werden er twee deskundigen ingevlogen: Dirk Dekker (Imker) en Ben Brugge (Insectoloog). Ik Googlede op beide namen en wat blijkt, er bestaat een groot conflict tussen de beschermers van de wilde bij en de honingbij. Nooit geweten, maar het verduidelijkte alles. Ook dat GroenLinks te snel de bijen op één hoop had gegooid.

Ben Brugge is een autoriteit op zijn gebied en trekt al jaren ten strijde voor versterking van de wilde bijenstand. Brugge zet duidelijk in op de wilde bij, omdat hij het aanpassingsvermogen van deze bij de beste kansen geeft op allerlei veranderingen in het leefgebied. Eigenlijk is de wilde bij niet een en dezelfde soort. Er zijn in Nederland 357 soorten; in Noord-Holland 224 en in Purmerend 50. De honinbij is maar één soort. Die ene soort – de honingbij- is een concurrent voor de veelsoortige wilde bij. Wilde bijen hebben bij het fourageren veel last van de zachtaardig maar opdringerige honingbij. De wilde bij vliegt weg als de honingbij er aan komt vliegen; ze eten van dezelfde natuurlijke tafel.

Een krachtig en gezond bijenvolk (50.000-60.000 bijen) heeft per jaar zo’n 35 tot 50 kg stuifmeel en een veelvoud aan nectar nodig. Honderd volken die permanent op een plek staan, waar voldoende voedsel aanwezig is, betrekken dus tientallen tonnen voedsel uit een gebied. Wat dat voor het beschikbare voedsel betekent is vrij eenvoudig te beredeneren. Er is niet veel fantasie voor nodig om in te zien dat een overmatige plaatsing van bijenvolken ten koste gaat van de gemiddelde opbrengst van nectar en misschien van het voortbestaan van wilde bijen. Het afnemen van voor bijen belangrijke groenvoorraden in stedelijk gebieden, gekoppeld aan de eenvormige natuur van de om Purmerend liggende landbouwgebieden maken het probleem nog groter.

Brugge pleitte er dan ook voor om te onderzoeken waar binnen het Purmerendse stedelijke gebied door ecologisch groenbeheer de wilde bijenstand kan toenemen. De honingbij – de hobby van imkers- kan wat hem betreft wel even elders geparkeerd worden. Het voorstel van GroenLinks om ook imkers (honing) bijenkasten in heel Purmerend te laten plaatsen stuit duidelijk op een ‘niet-doen’ van hem.

In grote getale gingen de aanwezige politici achter het voorstel van Ben Brugge staan. Ruim baan makend voor de toename van de wilde bij in het stedelijke gebied van Purmerend. Je zag aan Ben Brugge dat deze bijval hem goed deed.
GroenLinks wekte de indruk verrast te zijn door het fileren van hun, in de kern sympathieke, voorstel. De partij zal het voorstel opnieuw formuleren.
Bij het afronden gaf de GroenLinks woordvoerder er weinig blijk van dat de woorden van de wilde bijen deskundige en de mening van raadsleden al tot nieuwe gedachten hadden geleidt. Maar dat komt nog let op mijn woorden.

 Kijk er dus niet van op als binnen afzienbare tijd het groen in Purmerend een veelheid aan variëteiten gaat krijgen Hopelijk tot in uw tuin, op het balkon of op de vensterbank. Het snoeien en maaien van openbaar groen zal een zeker chaotische karakter krijgen, maar het is in wezen een uitgekiende methode om het maximale leefklimaat voor de wilde bijen te kunnen leveren. Heel Purmerend als biotoop voor insecten, opnieuw gloort een zich ontwikkelend geheim voor Purmerend.

En u kunt een steentje bijdragen! Doe dat net als ik en laat veel schijnbaar wild groen (bezoekers noemen het bloeiend onkruid) toe in uw tuin.
In een opwelling heb ik in het verleden mijn tuin ooit op amateuristische wijze vorm gegeven naar de tuinarchitectuur van Louis le Roy.
Zijn ideeën om samen met de natuur het meest gevarieerde en sterkste effect te krijgen sprak me aan.
Ik kwam op hem na een zoektocht om op een imponerende wijze naar mijn bezoek toe te kunnen verbloemen dat ik gewoon zocht naar een tuin met weinig onderhoud. Zo heb ik wat kennis over de Le Roy tuin ingenomen die ik gretig om mij heen strooi als de gelegenheid zich aandient. Een tuin van Le Roy is een echte bijen en vlindertrekker, daar ben ik inmiddels wel achter.
Nu kan ik er zelfs een confronterend  verhaal over de wilde bij en de honingbij op los laten. Dit allemaal dankzij het voorstel van GroenLinks

‘De natuurtuin Purmerend’, een droom onder handbereik (hoop ik).

 

Column artikelen