HomeNieuwsColumnDe hetze tegen de Moor

De hetze tegen de Moor

gaper
Nu het voetbal op zomerreces is evenals de discussie over basisschool De Roos is het weer tijd voor de andere dingen des levens.

Ik heb het onderwerp tot nu toe vermeden, maar kan het nu toch echt niet meer voor me houden.
Er zijn mensen die verbeten een kinderfeest proberen te vernielen. Een rechter en een onderzoekscommissie van de Verenigde Naties zijn terug te vinden in het kamp van zichzelf opgezweepte aanvallers.
U raadt het al het gaat over Zwarte Piet. 

Vooropgesteld, het gaat maar om een  onschuldig in onze cultuur verankerd collectief toneelstukje voor kinderen. Maar die geruststelling volstaat al lang niet meer om de gemoederen te temperen.
Volgens de Verenigde Naties zou het bij Zwarte Piet gaan om een racistisch vertoon  en een  slavernij uiting.  Onlangs oordeelde de bestuursrechter in Amsterdam zelfs dat Zwarte Piet “een negatieve stereotypering is van zwarte mensen”,
Hebben deze colleges niet wat beters te doen is het eerste wat je denkt als je dit leest.

Heeft men niet door dat Piet niet echt is evenmin als de Sint. Het zijn fantasie figuren. De enige die je daar acht tegen in het geweer te komen zijn niet-katholieken, dominees en atheïsten.
Maar die maken er geen punt van. Niet omdat er collectief de ogen wordt gesloten voor de slavernijhistorie of om een bevolkingsgroep te pesten. Maar gewoon omdat het er niets mee heeft te maken.
Piet is namelijk niet een stereotype van een tot slaaf gemaakte Afrikaner, wat er door de opgefokte criticaster van wordt gemaakt. Piet is gemodelleerd naar een Moor. Slavernij, koloniale geschiedenis die er nu bij Zwarte Piet bij de haren wordt bijgesleept zijn in het geheel niet ter zake.

De Moren waren hoog ontwikkelde Noord-Afrikaanse Arabieren. Ze werden gevreesd om hun expansiedrift. Grote delen van Spanje waren tot 1500 door hen bezet. Ze stichten het emiraat Bari, waar toevallig of niet ook de echte Sint-Nicolaas begraven ligt.

De Moren vormden in de Middeleeuwen een permanente bedreiging voor het heilige Roomse Rijk. Dat rijk werd gevormd door wat we nu Duitsland, Oostenrijk Zwitserland en Noord-Italië noemen.
De Moor is daar terug te vinden in vele gemeente-,stads- en familiewapens. Op al deze oude afbeeldingen is de Moor gitzwart, heeft hij kroeshaar en volle lippen. De beroemdste is de gekroonde Moor uit Freising uit 1316. De Freisinger Moor staat overigens ook in het wapen van de in Beieren geboren (Joseph Ratzinger) Paus Benedictus XVI. In dat wapen staan de Moor en de mijter bij elkaar.
Nog meer bekend is de gaper, gemodelleerd naar een Moor, die met uitgestoken tong als uithangbord van een apotheek pronkt

Een Moor werd zelfs in de 10e eeuw de patroonheilige Mauritius van de Keizers van het Heilige Roomse Rijk. Vanaf de Middeleeuwen zien we dus de Moor al verbonden met de mijter.
Jan Schenkman, de uitvinder van het moderne kinderfeestje,  was zich in 1850 ongetwijfeld bewust van de lange historie van het christendom en Moorse invloeden in Europe. En anders herinnerden de vele gapers die er toen nog waren hem er wel aan.

Het ritueel van de intocht van Zwarte Piet en Sinterklaas is van oudsher het startsein tot een paar weken opvoeren van een toneelstukje voor kinderen. Waar zowel jong als oud veel plezier aan beleven. Het heeft echter niets te maken met racisme of de geschiedenis van de slavernij.
Dat sommige mensen er de eigen frustraties en eigen geschiedenis op botvieren is hun eigen zaak.

Maar als bij gebrek aan historische kennis en valse aannames de discussie doorslaat, dan dient daar een halt aan toegeroepen te worden. De zwarte trotse en historische  Moor is nu eenmaal niet weg te schrappen uit de Europese geschiedenis.
Zwarte Piet blijft dus gewoon Zwarte Piet, tenzij nazaten van de Moren daar nu hun vinger tegen opsteken. Maar dat kan ik me niet voorstellen.

Dat een rechter en een VN onderzoekscommissie de tijd en de moeite nemen om quasi serieus de rol in een vertegenwoordiger van een oud volk in een kindertoneelstukje pogen de nek om te draaien is schokkend. De roe errover, in de zak ermee!

Bron: Marleen de Vries, cultuurhistoricus

Column artikelen