HomeNieuwsColumnRoald Helm: Wat neem ik waar

Roald Helm: Wat neem ik waar

Roald-Helm-groen
Politiek Adviesbureau PAB plaatst iedere maand een bijdrage van een politieke professional in Nederland. Hoe vinden zij dat het land ervoor staat? Wat zijn de grootste problemen? Hoe kan het beter?
In februari 2012 gaf Roald Helm zijn mening onder de titel: Wat neem ik waar!

Roald J. Helm is geboren te Curaçao en sinds 1980 woonachtig in Nederland. Hij was van 1994 tot april 2010 raadslid in Purmerend voor de lokale partij Stadspartij Purmerend. Vanaf april 2010 is hij wethouder in de gemeente Purmerend.

Inleiding

In Discorsi (Machiavelli) is te lezen: “Wie is gevaarlijker voor een samenleving: hij die wil hebben of hij die wil behouden?”. Het is twee dimensionaal. Volgens mij is zij die noch wil hebben, noch wil behouden nog gevaarlijker. Apathie is de dood in de pot voor iedere samenleving. Gelukkig is het in Nederland lang niet zo ver.

De kiezers

Burgers zijn juist zeer betrokken bij hun gemeenschap. De kloof tussen de kiezers en de politiek bestaat volgens mij niet. Wel is het zo dat de burgers zich niet meer herkennen in de gevestigde politieke partijen. Het is eerder een legitimiteitscrisis dan een vertrouwenscrisis. Nieuwkomers krijgen vaak electoraal voet aan de grond. Zelfs insiders zoals Pim Fortuyn, Verdonk en Wilders die zich als nieuwkomers afficheren kunnen rekenen op de gunst van de kiezers.

In Purmerend scoren nieuwkomers al jaren bij de gemeenteraadsverkiezingen. Neem mijn partij, de Stadspartij Purmerend, kreeg als nieuwe deelnemer aan de gemeenteraadsverkiezingen in 1994 2 zetels, de Ouderenpartij in 1998 2 zetels, Leefbaar Purmerend in 2002 8 zetels, SP in 2006 4 zetels en Trots in 2010 3 zetels. Ik voorspel dat als de PVV mee gaat doen aan de gemeenteraadsverkiezingen van 2014 zij tussen de 3 en 6 zetels zullen scoren.

Het merkwaardige is dat de winst van de nieuwkomers niet heeft geleid tot het verdwijnen van welke politieke partij dan ook. Gevolg: politieke versplintering. De kans is groot dat de gemeenteraadsverkiezingen van 2014 een shake out zullen veroorzaken. Voornamelijk onder de traditionele partijen is mijn verwachting.

Het morele verval

Ik woon nu dertig jaar in Nederland en wat mij het meest is opgevallen, is het morele verval dat als een kwaad gezwel bezit heeft genomen van de Nederlandse samenleving. Het is overal waarneembaar. Op straat. De corpulentie van de Nederlander is enorm toegenomen. In de media. Accountants, advocaten, notarissen, etc. Al deze beroepsgroepen kwamen aan de schandpaal te hangen. Bouwfraudes werden veroordeeld. En klokkenluiders die in plaats van een standbeeld een bedelstaf kregen. En niet te vergeten de bankiers. Gelukkig betreft het een kleine groep mensen, maar toch, de signalen zijn te groot om deze verschijnselen af te doen als niet significant. Where did it go wrong? Een verklaring heb ik niet. Het valt mij op dat deze neergang tegelijk plaatsvond met de toenemende invloed van het Angelsaksische model1.

Des te meer er tegelijkertijd de noodzakelijke controlemechanismen (elementair om dit model in goede banen te leiden) niet of niet adequaat genoeg werden geïmplementeerd. Integendeel, waar zij aanwezig waren werden zij juist opgeheven. Het Rijnlands model2  heeft mijns inziens hogere normen en waarden dan het Angelsaksische model. Als ik sommige politici de discussie hoor entameren over normen en waarden, terwijl zij aanhangers zijn van het Angelsaksisch model denk ik terug aan mijn jeugd in de schoolbanken op Curaçao. “Als de vos de passie preekt, boer let op je kippen” kreeg ik vroeger op school te horen. Dat is een waarheid als een koe.

De laatste tijd verwijzen veel deskundigen en politici naar het Scandinavische model3 als een soort ei van Columbus.

Hoe ziet de Randstad er uit in 2040

De metropoolregio Amsterdam heeft een nog te kleine schaal om te concurreren met grote steden zoals New York, Tokio etc. Het ligt in de lijn der verwachtingen dat er in  de Randstad de Deltametropool ontstaat. Dit proces is nu al gaande en zal in de toekomst nog meer versterkt worden. De metropolen worden belangrijker dan de nationale staten.

In Nederland ontwaart zich een achterhoedegevecht, geleverd door de conservatieven zowel ter linker- als ter rechterzijde om het huis van Thorbecke te koesteren. De huidige bestuurlijke indeling was zeer goed bruikbaar, maar heeft zijn beste tijd gehad. Deze conservatieve bestuurders beantwoorden de vragen van morgen met de antwoorden van eergisteren. Voorwaar een kansloze missie.

De bestuurlijke vragen die om de hoek komen kijken bij de vorming van een Deltametropool zijn onder andere: Hoe wordt de democratische legitimiteit geborgd? Welke schaalgrootte is het meest effectief? Hoe gaan we om met de noodzakelijke diversiteit van de samenstelling van de bevolking? De beleidsvelden zoals ruimtelijke ordening, economische orde, verkeer en vervoer, huisvesting, onderwijs, etc. laat ik gemakshalve buiten beschouwing. Het is van groot belang om bij de vorming van een Deltametropool de democratische legitimiteit te borgen. De vraag is hoe dit te organiseren. Rechtstreekse verkiezingen, verlengd lokaal bestuur of een mengsel van systemen. Het direct kiezen van het bestuur door de inwoners van de Deltametropool betekent de facto de opheffing van de zelfstandige gemeenten die de Deltametropool vormen.
Ik ben geen voorstaander van een dergelijke grootschalige herindeling. Het zet de desbetreffende burgers op te grote afstand. Voorkomen moet worden dat de fouten van de vorming van de Europese politieke unie zich gaan herhalen. Ook zal een Deltametropool meer bevoegdheden dienen te krijgen op het beleidsveld immigratie. Voor duurzame economische groei is een arbeidspotentieel die op basis van diversiteit is samengesteld een eerste vereiste. Hierbij is (arbeids)migratie van groot belang.

 

Voetnoten
1) Het Angelsaksische model is het maatschappelijke systeem dat met name in het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten in gebruik is. Bij dit systeem zijn liberale waarden als zelfredzaamheid, particulier initiatief en vrijheid heel belangrijk. Er is geen ruimte voor uitgebreide sociale zekerheid. De overheid geeft prioriteit aan een goed ondernemingsklimaat: loonvorming wordt aan de markt overgelaten en een flexibele arbeidsmarkt geeft impulsen aan de werkgelegenheid.

2)Eenvoudig gezegd is het Rijnlands Model het economische systeem zoals dat van oudsher wordt gehanteerd in de landen van de Rijn (Zwitserland, Duitsland, Frankrijk en Nederland) en in de daaraan verwante economieën. Het staat voor de overlegcultuur zoals we die in ons land maar al te goed kennen, voor solidariteit, voor waardering voor vakmanschap en voor andere waarden dan alleen geld, zoals kwaliteit en geluk.

3)Het Scandinavische model verwijst naar de economische en sociale modellen van de Scandinavische landen. Zij zijn specifiek gericht op het verbeteren van de individuele autonomie, het waarborgen van de fundamentele mensenrechten en stabilisering van de economie. Het onderscheidt zich van andere welvarende landen met dezelfde doelen door de nadruk op het maximaliseren van de arbeidsparticipatie, de bevordering van gendergelijkheid, egalitaire en uitgebreide uitkeringen, de grote omvang van de herverdeling en het liberale gebruik van fiscaal beleid.

Column artikelen