HomeNieuwsColumnDe tijdgeest houd de geest levendig

De tijdgeest houd de geest levendig

Van Spejk Plaquette foto Beeldcollectie Amsterdam Museum

De laatste tijd is er veel dat me doet denken aan de in vergetelheid geraakte historicus en deviantist Herman den Drukker. Hij leefde van 1912 tot 1997 en werd geboren in Kelmis, gelegen in het toenmalige staatje Moresnet zuidelijk van Vaals.
Een min of meer bekende uitspraak van Den Drukker is: Elke volgende dag, leidt geschiedkundig tot verwondering en herschrijving van het verleden.

Een uitspraak die in ieder geval velen steeds opnieuw vreugde verschaft. De bewustwording over het excellente geschiedenis onderwijs dat mijn generatie op de lagere school genoot, neemt van dag tot dag toe. Als leerling op een school in een volksbuurt, die toen tot een achterstandswijk werd gerekend en nu een yuppenbuurt is, heb ik ontzettend geboft met wat het geschiedenisonderwijs inhield. Het waren in die kinderjaren van extreem beïnvloedbare bewustwording de Jaartallen in de vaderlandse geschiedenis die er in werden gestampt, tezamen met bijbehorende trefwoorden. Niks geen ingekleurde en/of de mening van de leerkracht. Een sporadische beduimelde en verkreukelde schoolplaat van Cornelis Jetses, daar moest je het qua beeldvorming en fantasie mee doen.

Het jaar 0 (of zo?) Batavieren, Karel de Grote 768-814, Vikingen plunderen Dorestad 834-864, Slag bij Nieuwpoort 1600, 80 jarige oorlog 1568-1648, twaalfjarig bestand 1609-1621, Balthasar Gerards vermoordt Willem van Oranje 1584, Eerste wereldoorlog 1914-198 en de Tweede 1940-1945. Dat was het zo’n beetje wat je werd geleerd. Voorts ook een rijtje helden uit onze vaderlandse geschiedenis, maar wat die nu precies hadden gepresteerd bleef toen duister. Op Piet Hien na, die ergens een zilvervloot had gewonnen. Net als Ajax.

De geschiedenis is plooibaar

Door de jaren heen wordt de historische waarheid diverse keren omgegooid, dat merk ik dagelijks. Begonnen als een onbeschreven blad (rabula ras) vereist het de nodige lenigheid van het brein om te blijven ontwaren wat waar is en wat niet. Morgen kan het tegendeel juist zijn.

Een voorbeeld. Nederland was tot Napoleon kwam een republiek. Onder Napoleon werd het een koninkrijk. Lodewijk Napoleon Bonaparte (broer van) was onze eerste koning. De kroon werd hem opgezet door Napoleon zelf. Daar kwam ik later pas achter, velen in mijn omgeving blijken dit feitje niet te kennen. Willem van Oranje wordt vaak als eerste koning aangemerkt. Fout dus. Teleurstelling en ongeloof is vaak mijn deel als ik het in gezelschap tussen neus en lippen opmerk.

De bewogen geschiedenis van Nederland, van Republiek tot vazalstaat van Frankrijk onder Napoleon, is zeer lezenswaardig. Na Waterloo ging het koningschap over in handen van een Nederlander uit het huis Oranje-Nassau.  Op 16 maart 1815 riep Willem 1 zichzelf uit tot koning van Nederland incluis België. Iets later kwam daar de koningstitel voor Luxemburg bij. Duitsland en Engeland regisseerden het ontstaan van deze monarchie. Raadslieden die eerst Napoleon hadden gediend werden zijn naaste adviseurs. Nu zouden we dat collaborateurs noemen toen werden dat staatslieden genoemd. Voor hen geldt dat nog steeds. Het kan verkeren. Althans dat haal ik uit de analen van de huidige geschiedschrijving. Maar we dwalen af.

Op zoek naar Helden

De jonge monarchie deed er alles aan om nationale bewustwording en eensgezindheid  bij de bevolking te kweken. Daar kwam helaas al snel de bevrijdingsstrijd van de Belgen, tegen wat zij noemden het Nederlandse kolonialisme, overheen. Ook in België werd het koningschap na de kolonisatie een doe het zelf actie. Maar dat is een ander verhaal.
Het prille nationalisme bij ons kreeg een ferme deuk te verwerken. En juist op tijd kwam iemand op het idee om de vergeten helden op een voetstuk te zetten (toen ca. 35) en beeldbepalende dingen naar ze te vernoemen en zo de Vaderlandse trots te voeden.
Het boek de Heldeninspecteur geeft een levendig beeld van het toen zoeken naar helden. Op hilarische wijze wordt daarin verhaal gedaan over de ontdekking van de held Van Speyk. Vereeuwigd door de kreet: ‘dan liever de lucht in.’ Relikwieën van de kanonneerboot en het uiteengereten lichaam van Van Speyk zijn nog altijd te bezoeken. Het stoffelijk overschot van Van Speijk werd met grote luister in de Nieuwe Kerk in Amsterdam bijgezet en kreeg een gedenksteen. Ook in het Burgerweeshuis (thans Amsterdam Museum) waar hij was opgevoed werd een gedenksteen geplaatst.

De standbeelden van veel van die helden leveren periodiek een verwoede discussie op. De standbeelden van onze illustere helden, worden in ons tijdsbeeld tezamen met racisme en slavernijverleden op een hoop geveegd. Maar dat is kortzichtig. Ze staan er natuurlijk niet toevallig. Het zijn net als dat oude onderwijs met jaartallen en trefwoorden een dankbare herinnering aan het verleden. Voor de één een heldhaftig voor de ander een misdadig huldebetoon. Het is maar net welke beschreven geschiedenis je de voorkeur geeft.

Zo was de beeltenis van Naatje op de Dam (echte naam de Eendracht), in 1856, er een van. Het was een verlate huldeblijk voor de geslaagde tiendaagse veldtocht in 1931 om de Belgische opstand met wapengeweld te onderdrukken. Later bleek dit een Pyrrus overwinning te zijn, maar wie weet verandert het inzicht hierover morgen weer, om met Den Drukker te spreken.
Naatje was gemaakt door een Belgische (!) beeldhouwer, het materiaal was zandsteen, Eerst de neus en later de rest van het hoofd en een arm brokkelden dan ook snel af en in 1914 werd het restant van Naatje van haar voetstuk gehaald.
Historisch ontstond door de afbrokkelende Naatje tot op de dag van vandaag de uitdrukking: ‘het was naatje’ of ‘naatje pet’ voor iets dat helemaal niets voorstelt, waardeloos is, degenereert.

Het beeld van Rembrandt was al in 1851 verschenen en gelukkig van ijzer gemaakt, door -opmerkelijk- dezelfde Belgische beeldhouwer als van Naatje, en is nu het oudste standbeeld in Amsterdam.
Terzijde, merk op dat ik niets schrijf over het in 1890 zonder strijd los van Nederland geraakte Luxemburg.

Foute helden foute woorden en begrippen

Bij ons zijn het dus vooral de standbeelden, die in de 19e eeuw werden opgericht, met de beeltenis van ‘de helden’ uit de Gouden eeuw die het nu moeten ontgelden. Via de beelden worden de historische personen aangeklaagd, de beelden zelf worden beschadigd en/of besmeurd.
Nu komen daar ook woorden en begrippen bij. Boeken van onder andere Roald Dahl, Agathe Christie, Karl May. W.F. Hermans e.d. zouden moeten worden gekuist omdat sommigen er ‘fout’ taalgebruik in vinden. Te zot voor woorden eigenlijk, want een ander woord of begrip gebruiken verandert niet de betekenis.
Alsof de newspeak genoemd in het boek 1984 van George Orwell tot leven is gewekt hoor je vaak. Helaas, ook dit vergelijk klopt niet want Orwell had het over herschrijven van de geschiedenis, zoals in bijvoorbeeld Rusland en China stelselmatig gebeurt, terwijl het hier gaat om taal geneuzel. Maar dat is ook maar een mening.

Onze taal moet dus dringend worden gezuiverd vinden sommigen. Een willekeurige opsomming: slaaf, neger, dames en heren, man en vrouw, jongens en meisjes, Zwarte Piet, blank, allochtoon, zitten blijven, laagopgeleid, eskimo, handicap, mongool, westers, brandweerman, verzetsheld, moedermelk, halfbloed, derde wereld, ras, klankkleur, mening….. enzovoort.
De lijst met woorden en begrippen die moet worden gezuiverd groeit dagelijks. Ondertussen ontstaat er op de sociale media een hele nieuwe stenoachtige taal, maar dat is een parallel gebeuren.

En hier komen de wijze woorden van Den Drukker weer om de hoek kijken. ‘Morgen is de kijk op het verleden weer anders en houden we ons misschien weer bezig met de vraag of Zwarte Piet wel of niet in Purmerend en omstreken Sinterklaas (ook een discutabel figuur) mag vergezellen’.

Column artikelen