Over de opnamestop van de specialistische jeugdhulpstelde Irma Waarhuijs van de Stadspartij vragen aan het college.
Aanleiding is een brief van wethouder Van Meekeren aan de gemeenteraad, waarin deze melding maakt van het feit dat het huidige normbudget voor de jeugdhulp niet toereikend is.
De regio werkt samen als het gaat om de specialistische jeugdzorg. Het algemene beeld bij gemeenten in de regio is dat het aantal jeugdigen en hulptrajecten stijgt. Er is regionaal in 2020 meer doorverwezen dan in dezelfde periode vorig jaar en er is een verschuiving naar de duurdere hulpvormen, zoals verblijf in een gezinshuis of groep binnen een instelling. Het beeld in de regio is dat de vraag toeneemt, maar er is bij de gemeenten geen extra geld beschikbaar om de budgetten voor specialistische hulp op te rekken. Hier dringen de gemeenten regelmatig op aan bij het Rijk, want zo kan het niet langer. Dit speelt niet alleen in onze regio, maar is echt een landelijk probleem.
Na de zomervakantie nadere analyse
In antwoord op de vragen laat de wethouder weten dat elke gemeente in Zaanstreek/ Waterland bezig is met een eigen analyse van de situatie. Na de zomervakantie komt hier nader bericht over.
Ondertussen wordt nog scherper gekeken naar de mogelijkheid om ondersteuning voor gezinnen met de samenwerkende partners in o.a. de jeugdteams te organiseren. Daarnaast wordt bekeken of kinderen de hulp die ze nodig hebben kunnen krijgen bij instellingen die nog niet het normbudget gehaald hebben. Mocht dit niet mogelijk zijn en is specialistische zorg bij een specifieke aanbieder noodzakelijk dan geeft de gemeente een budgetgarantie af: dan kan het normbudget worden overschreden. Hierdoor wordt ervoor gezorgd dat geen kind buiten de boot valt. Verder is de afspraak gemaakt dat verwijzingen in dwang vanuit een gecertificeerde instelling en crisis altijd worden opgepakt.
Concrete actiepunten op korte termijn
Regionaal zijn er meerdere concrete actiepunten die helpen om op korte termijn te kunnen bepalen welke aanvullende maatregelen effectief zijn. Een belangrijk onderdeel is het versterken van preventie om een alternatief te bieden voor specialistische hulp.
Als voorbeeld noemt de wethouder een aantal voorbeelden.
-
Inzet is er al een paar op de leeftijd van 0 tot 4 jaar. Instellingen die betrokken zijn bij deze jonge kinderen worden meer met elkaar in verbinding gebracht. Denk hierbij aan voorbeelden als, screening logopedie op peuteropvang, huisbezoek van jeugdverpleegkundige bij 18 maanden en het maatwerk op de peuteropvang. Meer hierover staat ook in de raadsbrief over de inzet van extra middelen op onderwijsachterstanden (kenmerk 1463826).
-
De gemeenten zijn actief op de scholen door meer in te zetten op sociaal emotionele ontwikkeling van de kinderen. Extra activiteiten zoals naschoolse ateliers worden aangeboden. Hierbij wordt de nadruk gelegd op de talenten van kinderen en is dit een welkome afleiding voor de problematiek die soms thuis speelt.
-
Op basis van de Verordening Sociaal Medische Indicatie kunnen gezinnen gebruik maken van kinderopvang om ze te ontlasten en de ontwikkeling van het kind niet te belemmeren.
-
Gestart is met een team preventieve jeugdbescherming om taken van de gecertificeerde instelling (voorheen heette dit drang) vanuit het eigen loket uit te voeren.
-
Er is extra capaciteit praktijkondersteuning bij de huisarts gekomen om het normaliseren te stimuleren.
-
Buurtgezinnen is actief in Purmerend en Beemster als preventieve optie om kwetsbare, overbelaste gezinnen(vraaggezin) te ontlasten door ze te matchen met stabiele gezinnen (steungezin). Dit kan gezien worden als een soort pleegzorg-light. In het najaar 2019 was hierover een presentatie van Buurtgezinnen. Speciaal voor deze periode – nu veel gezinnen thuisblijven door Corona – heeft Buurtgezinnen een ‘actie’ onder de noemer Vakantiegezinnen om speciaal voor deze zomer gezinnen te koppelen.