HomeNieuwsSociale ZakenDecentralisatie sociale zorg nadert startdatum

Decentralisatie sociale zorg nadert startdatum

socialezorg
Het zomerreces geeft alle politiek betrokken partijen even de gelegenheid om de stand van zaken met betrekking tot de op handen zijnde decentralisaties op een rijtje te zetten.

Het zal inmiddels bij de meeste mensen bekend zijn dat, met ingang van 1 januari 2015, de verantwoording voor Jeugdzorg, WMO/AWBZ en participatie wordt overgedragen aan de gemeentes. Deze overdracht gaat wel gepaard met een grote bezuinigingtaakstelling. Hulp bij Huishouding (HbH) wordt 40% gekort, WMO 11% en jeugdzorg 3% in 2015 oplopend tot 10% in 2017.

Dat de verantwoording wordt overgedragen naar gemeentes vereist toch een nadere toelichting.
Als iedere gemeente in Nederland, van groot tot klein, zelf de verantwoordelijk zou gaan nemen voor de uitvoering dan zal dit al heel snel grote roblemen opleveren. Neem bijvoorbeeld de jeugdzorg. De kleine gemeenten, die een relatief laag budget voor de uitvoering krijgen toebedeeld, kunnen als het tegenzit in grote problemen komen.
Als een jongere door gedragsafwijking uit huis moet worden geplaatst, tijdelijk of definitief, dan lopen de kosten voor de betreffende gemeente hoog op.
Gemeentes die groter zijn krijgen meer budget en kunnen deze kosten veel beter opvangen. Dit is één van de redenen dat er samenwerkingsverbanden noodzakelijk zullen zijn. Er zullen dus noodzakelijkerwijs zorgregio’s ontstaan.

Zorgregio Zaanstrek-Waterland
Purmerend neemt deel in de zorgregio Zaanstreek – Waterland. Lichte zorg en begeleiding zal lokaal worden verzorgd. Voor een deel van de zorg zal er gezamenlijk worden opgetrokken. Dit betreft bijvoorbeeld aanbestedingen voor Hulp bij Huishouding, jeugdzorgtrajecten en WMO begeleiding. Ook de Sociale Werkvoorziening Baanstede wordt in het samenwerkingsverband Zaanstreek – Waterland naar een herstructurering begeleid (hieraan zullen we later in een artikel uitgebreid aandacht schenken).

Maar naast het regionaal kan het ook voorkomen dat er bovenregionaal moet worden samengewerkt, bijvoorbeeld zoals eerder genoemd bij het uit huis- of in detentie plaatsen van probleemjongeren.

Aanbesteding zorg delicaat proces
Er is recentelijk een bestuurlijke aanbesteding gedaan voor de inkoop van taken door zorginstellingen voor de WMO en de Jeugdzorg. 52 instellingen voor WMO taken en 41 instellingen voor Jeugdzorg hebben hiervoor ingeschreven en hebben ook een overeenkomst gesloten.

De Stadspartij heeft zich vanaf het eerste signaal dat zorgtaken onder de verantwoording van de gemeentes zouden komen zeer kritisch opgesteld. Naar onze mening was, en is er nog steeds, heel veel overlap in het aanbod van zorg. Zowel in Jeugdzorg alsmede in de WMO zijn heel veel instellingen die dezelfde zorgtaken aanbieden.
Dat is goed als je uitgaat van marktwerking waarbij concurrentie er voor kan zorgen dat de kostprijs voor de consument laag blijft. Maar we praten hier over zorg aan kwetsbare medemensen waarbij we een levering van kwaliteit van zorg van groot belang vinden. Als je dan gaat concurreren op prijs zal dat al gauw ten koste gaan van de kwaliteit.
In deze bestuurlijke aanbesteding zien we dat totaal 93 instellingen een deel van de zorg gaan uitvoeren. Al deze instellingen hebben overhead: huisvesting, een directie, managementlagen, ICT afdelingen, administraties, enzovoort. 

De gedachte bij de opzet van de decentralisaties was dat gemeentes de zorg goedkoper konden realiseren omdat ze dichter bij de burger staat, het zorgaanbod veel meer uitgaat van de eigen kracht van mensen en door het afslanken van het grote aanbod van zorginstellingen.

Zorginstellingen gaan voor lijfsbehoud
Ruim drie jaar geleden is er, op initiatief van de gemeente Zaanstad, een inventarisatie gehouden betreffende het aanbod van zorg in Zaanstreek – Waterland. Hieruit werd duidelijk dat een groot aantal instellingen dezelfde zorg aanbieden. Instellingen zijn toen voorgehouden dat dit een probleem gaat opleveren in de toekomst, dit speelt nog steeds.

Zorginstellingen zullen er alles aan doen om voor hen het behoud van het bestaande te realiseren, daar zal ook de lobby naar de diverse gemeenteraden op worden gericht. De stand van zaken op dit moment zal, zeker naar de mening van de Stadspartij, geen garantie voor de toekomst opleveren.

Daadwerkelijke veranderingen met ingang van 2016
In 2015 heeft iedereen die op 31 december 2014 een geldig indicatiebesluit voor zorgverlening heeft, en waarvan de geldigheidsduur nog niet is verlopen, deze zorg kunnen ontvangen van dezelfde aanbieder. Dit geld tot 31 december 2015 of tot de datum dat de indicatie verloopt. In de praktijk betekent dit dat er daadwerkelijk veranderingen komen vanaf 1 januari 2016 Vanaf deze datum zal er door gemeentes invulling moeten worden gegeven aan een goede inkoopregeling voor zorg op alle niveaus.

Continuïteit en kwaliteit heeft prioriteit
Voor de Stadspartij betekent dit dat kwaliteit en continuïteit van zorg voor de zorgvrager op de eerste plaats moet komen te staan en niet de belangen van de instellingen. Wij zijn ons terdege bewust dat we spreken over werkgelegenheid en het verlies van banen. Wij zijn van mening dat er in de eerste plaats veel kan worden bereikt in samenwerking, lees fusies en samenvoegingen, tussen instellingen waardoor er minder geld hoeft te worden besteed aan huisvesting, directie- en ondersteuningskosten. De zorgvrager zal hierdoor veel minder van de opgelegde bezuinigingen merken. Maar geheel zal het ook niet aan de zorgvrager voorbij gaan.

De Stadspartij zal het proces met aandacht en heel kritisch blijven volgen.

Sociale Zaken artikelen