HomeNieuwsSociale ZakenMinder mantelzorgers vragen ondersteuning

Minder mantelzorgers vragen ondersteuning

Mantelzorg
Het aantal mensen dat mantelzorg krijgt, is fors toegenomen. Mantelzorgers kunnen hun taken beter aan dan twee jaar geleden én hebben minder behoefte aan mantelzorgondersteuning. Dat blijkt uit onderzoek van I&O Research.
Incidentele mantelzorg
In 2015 ontving 32 procent van de hulpbehoevende Nederlanders hulp van een naaste, in 2016 was dat percentage gestegen naar 41 procent. De stijging zit ‘m met name in de incidentele en regelmatige mantelzorg. ‘Je moet dan denken aan af en toe een klusje, boodschappen en zo nu en dan een keertje oppassen’, verduidelijkt I&O-onderzoeker Rachel Beerepoot. De intensieve mantelzorg is vorig jaar in vergelijking met 2015 juist iets afgenomen (van 15 naar 12 procent), zo blijkt uit het onderzoek onder bijna 11.000 Nederlanders waarvan ongeveer de helft een vorm van hulp of ondersteuning vanuit de Wmo 2015 en/of de Jeugdwet krijgen.
Mantelzorg is essentieel
Het belang van mantelzorg is groot, maar is vorig jaar ten opzichte van 2015 wel wat afgenomen. Driekwart van de mensen (73 procent) die op de een of andere manier hulp van mantelzorgers krijgt, vindt dat heel belangrijk tot essentieel (‘ik kan niet zonder’). Dat is iets minder dan in 2015, toen 78 procent aangaf dit heel belangrijk tot essentieel te vinden. De daling is te vinden in het aantal mensen dat aangeeft niet zonder mantelzorg te kunnen: dat percentage daalde van 35 procent in 2015 naar 28 procent in 2016. Een harde verklaring heeft Beerepoot niet voor deze daling, maar ze vermoedt dat gemeenten meer maatwerk leveren. ‘Als mensen echt hulp nodig hebben, krijgen ze dat ook.’ Slechts 2 procent van de hulpbehoevenden zegt makkelijk zonder hulp van naasten te kunnen.
Steeds meer mantelzorgers
Het aantal mensen dat mantelzorg verleent, groeit sinds 2014 gestaag. In het jaar voor de decentralisaties zei bijna een op de vijf Nederlanders die van dichtbij te maken had met iemand die ondersteuning nodig had geen mantelzorg te verlenen; in 2016 zegt een op de zeven Nederlanders dat. De intensieve mantelzorg nam in het eerste jaar van de decentralisatie toe (van 16 naar 28 procent), maar kende vorig jaar een lichte teruggang naar 23 procent.
Mantelzorgers kunnen zorg aan
Mantelzorgers kunnen hun taken beter aan dan twee jaar geleden én hebben minder behoefte aan mantelzorgondersteuning, zo blijkt verder uit het onderzoek. Ruim een op de drie mantelzorgers geeft aan het goed aan te kunnen; in 2014 gold dat voor een op de vijf mantelzorgers. Bijna de helft van de mantelzorgers stelt het geven van ondersteuning soms zwaar te vinden; dat was in 2014 63 procent. Ruim de helft van de mantelzorgers (55 procent) heeft geen behoefte aan ondersteuning; een stijging van 10 procent in vergelijking met 2014. ‘Het lijkt erop dat de mantelzorgtaken door meer mensen worden gedaan, zodat de belasting wat wordt gespreid. Dan wordt het voor mantelzorgers wat minder zwaar’, aldus Beerepoot. ‘Ook zou het kunnen zijn dat de mindset langzaam aan het veranderen is; dat mensen het normaler gaan vinden mantelzorgtaken te verlenen en wat voorheen als ‘intensief’ werd beschouwd, wordt door gewenning mogelijk als minder intensief ervaren.’

Sociale Zaken artikelen