HomeNieuwsVerkeer en VervoerHevige kritiek op voorstel vervoersplan bij opening Noord/Zuidlijn

Hevige kritiek op voorstel vervoersplan bij opening Noord/Zuidlijn

stationnoord
Als een donkere wolk hangt het huidige vervoersplan voor de bussen naar Amsterdam na de opening van de Noord/Zuidlijn boven het hoofd van de bestuurlijke besluitvorming met in het kielzog de reizigers.

Als de huidige plannen doorgaan dan gaan 70% van de bussen niet meer in een keer door naar het CS. Slechts de 301 (wordt nieuw 305) en de 306 gaan dan nog rechtstreeks.

Reizigers uit de wijken Purmer Noord, Purmer Zuid, Weidevenne moeten dan in Purmerend de 305 of 306 al opzoeken. Of overstappen ergens tussen Jan Blankenbrug en Het schouw op de 305 c.q. 306. Dit terwijl deze bushaltes niet op een groot aanbod aan overstappers zijn ingericht. Het verbouwen en zo verbeteren van de halte Het Schouw kan op zijn vroegst ergens in 2019 worden afgerond.
Of ze zullen op de GVB metro in Amsterdam Noord moeten overstappen.
En dan hebben we het nog alleen over de gevolgen voor Purmerend. De gevolgen voor andere Waterlandse gemeenten zijn evenzeer ingrijpend.

Forse kritiek
Tijdens een informatiebijeenkomst in het Purmerends stadhuis op woensdag 26 oktober werd op deze plannen door de Waterlandse bestuurders forse kritiek geleverd. Duidelijk is dat –een uitzondering daargelaten- de Waterlandse bestuurders de Stadsregio met in haar kielzog EBS niet vertrouwen als het aankomt op hun verzekering dat alles wel goed zal komen.
De vertegenwoordiger van de Stadsregio wees erop dat het huidige plan de ideale mix is van: bereikbaarheid-attractiviteit-betaalbaarheid, dit zonder nader in te gaan op wat de verhouding is in deze mix en in wiens belang dit zo is samengesteld?

Vanuit Purmerend werd op merkwaardige zaken gewezen. Stadspartij raadslid Helana Aslander wees op het selectieve karakter waarmee met enquêtemateriaal is omgesprongen. Zo blijkt uit de enquête van EBS dat 75% van de reizigers opgeven hun eindbestemming in de omgeving van het CS hebben. Hoe kan het dan dat slechts 30% van de bussen daar nog naar toe gaan? Dat hadden er dus voortbordurend op de uitgangspunten van het plan juist 70% moeten zijn.
Het antwoord bleef in zoverre uit dat EBS de betrouwbaarheid van de eigen enquête ter discussie stelde, hetgeen de betrouwbaarheid van het overige (theoretische) cijfermateriaal dat is gebruikt niet bevorderde.
Tom de Jong van D66 wees erop dat het uitgangspunt 70-30 in een eerder besluit van de Regioraad (bestaande uit raadsleden uit de regio) als flexibel is bestempeld maar nu door de Stadsregio als in beton gegoten wordt gehanteerd. Bovendien stelden zowel hij als Aslander de onderzoeksgegevens van Transtec aan de orde. De onderzoekers van Transtec hebben de raadsleden erop gewezen dat er in het vervoersplan aannames en lacunes zitten die nader onderzoek noodzakelijk maken. Daar is het bestuur van de Stadsregio slechts op ondergeschikte punten toe bereidt.

Ook werd gewezen door De Jong en Aslander op het tempo van besluitvorming. Die houdt totaal geen rekening met de behandeling van e.e.a. in de diverse gemeenteraden, Dit terwijl daar door het opschuiven van de verouderde geplande openingsdatum van de Noord/Zuidlijn ( van 2017 naar 22 juli 2018) alle tijd voor is. Ernst van Damme van de LVD vulde dit aan met het onbegrijpelijk te vinden dat de achterhaalde planning voor 2017 wordt gehanteerd, daar kan best enige maanden speling in komen. Gedrieën wezen ze op de gevolgen voor grote delen van Purmerend die verstoken worden van een directe verbinding met het CS als de plannen in de huidige vorm doorgaan.

Motie over behandeling vervoersplan

Gedwongen door de merkaardige opstelling van het regiobestuur dienden D66 en Stadspartij in de raadsvergadering van 27 oktober een motie in. In deze motie wordt vastgesteld dat de besluitvorming op dit moment niet zorgvuldig is en beter dient plaats te vinden. Dit aan de hand van nader onderzoek, zoals Transtec aanbeveelt en de nodige flexibiliteit zoals in de regioraad is besloten. Om alsnog een normale besluitvorming over het vervoersplan plaats te laten vinden.

Met uitzondering van de VVD steunde de andere raadsleden een motie van D66 en de Stadspartij over een verzoek aan de Stadsregio Amsterdam (SRA) om het besluit over het vervoersplan van EBS met minimaal één maand uit te stellen. Op deze manier kan nog voor het besluit in de Regioraad een aanvullend onderzoek worden uitgevoerd.  

Voorts wil de meerderheid van de raad dat het college de Stadsregiobestuurders verzoekt om de aanbevelingen van Transtec over te nemen, zoals het aanvullend onderzoek naar de zogenaamde ‘spreidingsvariant’ en daarbij rekening te houden met de flexibiliteit over de ’70-30 verhouding’ zoals beschreven in een aangenomen motie uit de Regioraad.
Slechts de fracties van de VVD, het CDA en TROTS wilden nog wachten met dit laatste verzoek.

Verkeer en Vervoer artikelen