Wethouder Kroese heeft de raad geïnformeerd over de aanvraag voor een experiment met betrekking tot voorrang voor woningzoekenden met een economische of maatschappelijke binding.
In de in het kader van de Crisis- en Herstelwet, met betrekking tot de economische en maatschappelijke binding, is opgenomen dat de gemeenteraad in de huisvestingsverordening kan bepalen dat bij de toewijzing van schaarse huurwoningen voorrang wordt gegeven aan woningzoekenden die economisch of maatschappelijk gebonden zijn aan die regio of aan een bepaalde gemeente in die regio.
Voorrang aan woningzoekenden met regionale binding mag tot ten hoogste 50% van de vrijkomende woningen. Voorrang aan woningzoekenden met lokale binding mag maximaal voor de helft van dit percentage, dus 25% van het totaal.
Samenwerking in de regio
Bij de het proces van de herziening van de woonruimteverdeling werkt Purmerend samen met vijftien gemeenten in de regio’s Amstelland-Meerlanden, Amsterdam en Zaanstreek- Waterland en vijftien corporaties aan een woonruimteverdeling die meer recht doet aan de omstandigheden van de woningzoekende.
In het overleg over de problematiek hebben de wethouders wonen besloten om een verzoek bij de minister in te dienen om een experiment met voorrang toewijzing van een woning in te dienen.
Met het experiment willen de gemeenten een flexibelere toepassing van de toewijzing op basis van regionale en lokale binding bereiken. Het maximum voor deze toewijzingen blijft op 50% voor woningzoekenden met een regionale binding. Binnen het experiment kan echter gemiddeld maximaal 30% van de totale regionale woningtoewijzing worden gebruikt voor woningzoekenden met een lokale binding. Dit in tegenstelling tot de huidige maximale 25% per gemeente. Per gemeente kunnen dus verschillen ontstaan.
De komende tijd bepalen de deelnemende gemeenten op welke wijze het maximum van 30% lokale toewijzing onderling wordt verdeeld en hoe die verdeling wordt gemonitord.
foto Stadspartij