De gemeente Purmerend moet de adressen van particuliere ganzenopvangers openbaar maken. Dat heeft de Raad van State in hoger beroep over deze kwestie bepaald.
Bij openbaarmaking van de gevraagde gegevens is het belang van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer aan de orde. In de documenten worden immers namen al dan niet in combinatie met de adresgegevens van ganzenhouders genoemd. Dat is de kern van het betoog van de gemeente Purmerend om de gevraagde adresgegevens aan de actievoerende Botterstraat bewoners te openbaren
De Raad van State concludeert net als de rechtbank eerder dat het college van Purmerend in het besluit niet inzichtelijk heeft gemaakt waarom het belang van de persoonlijke levenssfeer zwaarder dient te wegen dan het algemene belang van openbaarmaking van de gevraagde informatie.
Ook is niet aannemelijk gemaakt dat de discussie en emoties na openbaarmaking van de betrokken gegevens weer zouden oplaaien indien blijkt dat een gans bij een opvangadres een natuurlijke dood is gestorven, aangezien de plannen om afgevangen ganzen te vergassen de aanleiding voor die emoties waren.
Evenals de rechtbank is de Raad van State bovendien niet gebleken waaraan de ganzenhouders het vertrouwen kunnen ontlenen dat het college van Purmerend niet zal overgaan tot openbaarmaking van adresgegevens. Er is nergens uit gebleken dat er een toezegging is van de gemeente Purmerend dat niet tot openbaarmaking van deze gegevens zal worden overgegaan.
De rechtbank heeft eerder, zo stelt de Raad van State nu, verder met juistheid geconcludeerd dat het college op geen enkele manier aannemelijk heeft gemaakt dat de kosten voor het afvangen en onderbrengen van ganzen daadwerkelijk zullen stijgen wanneer de gevraagde gegevens openbaar worden gemaakt.
Het college stelt slechts gesteld dat openbaarmaking van de gevraagde gegevens een prijsverhogend effect meebrengt. Deze motivering is ontoereikend concludeert de Raad van State, nu hieruit niet kan worden afgeleid dat aannemelijk is dat de kosten daadwerkelijk stijgen en in hoeverre dit de financiële belangen van de gemeente Purmerend schaadt. Evenmin heeft het college van Purmerend aannemelijk gemaakt dat het informeren van alle ganzenhouders over het verzoek, het toesturen van de op hen betrekking hebbende informatie en het verwerken van hun reacties dan wel, het horen van alle ganzenhouders zodanige kosten met zich brengen, dat de financiële belangen van de gemeente dusdanig in het geding zijn dat het verzoek om openbaarmaking in redelijkheid op deze grond kon worden geweigerd.
Voorts heeft het college het belang van het voorkomen van onevenredige benadeling van de ganzenhouders in verband met de vrees voor bezoeken van dierenactivisten niet voldoende aangetoond. Nu het thans om het opvangen van ganzen gaat en niet om het laten inslapen, is het niet aannemelijk dat een risico bestaat voor de ganzenhouders dat dierenactivisten hen gaan bezoeken.
Dat Duke Faunabeheer, zoals het college van Purmerend ter zitting heeft gesteld, onder vuur heeft gelegen en haar personeel is bedreigd, maakt niet dat aannemelijk is gemaakt dat een risico voor de ganzenhouders bestaat, aangezien die bedreigingen samenhingen met het door Duke Faunabeheer laten inslapen van afgevangen ganzen. Het betoog faalt in zoverre eveneens stelt de Raad van State.
De Raad van State concludeert in navolging van de rechtbank eerder derhalve dat de weigering van de gemeente Purmerend om de gevraagde informatie te maken niet berust op een deugdelijke motivering.
De gemeente Purmerend wordt dus op alle punten in het ongelijk gesteld c.q. de argumenten worden ongegrond verklaard. De gemeente Purmerend wordt ook veroordeeld tot de betaling van de proceskosten.
Vervolg
Verwacht kan nu worden dat door of namens de Botterstraat bewoners ‘de boekhouding’ van de ganzenopvang in de praktijk gecontroleerd gaat worden.
Eerder heeft het (voormalige) Stadspartij raadslid Ernst Ankersmit deze boekhouding onder geheimhouding in mogen zien. Zijn conclusie toen was dat deze boekhouding geen betrouwbare gegevens oplevert. Nu deze gegevens in alle openbaarheid kunnen worden gecontroleerd, zal hopelijk blijken of de toenmalige raad haar controlerende taak goed heeft uitgevoerd door Ankersmit toen in zijn mening -in meerderheid- niet te volgen.