HomeNieuwsWelzijnBijl: Wij vissen nogal eens achter het net

Bijl: Wij vissen nogal eens achter het net

donbijlProbleemwijken vind je niet alleen in de 32 grote gemeenten in Nederland (G32). Maar als er geld wordt uitgedeeld voor de wijkaanpak, staan de grote jongens meestal vooraan in de rij. ‘Wij vissen nogal eens achter het net’, zei burgemeester Don Bijl van Purmerend in 2010. Ondanks weinig rijksgeld en slinkende budgetten zetten middelgrote gemeenten zich in om ook hun wijken leefbaar te maken.

Ze hebben veel van elkaar weg, de probleemwijken in middelgrote gemeenten. Neem die in Purmerend (78.000 inwoners), Venray (42.000 inwoners) en Vlaardingen (71.000 inwoners). Hier vind je sociale en economische problematiek in een decor van veelal verpauperde naoorlogse wijken, vaak met veel flats. Uit de grond gestampt om snel veel inwoners onderdak te bieden.

Purmerend bijvoorbeeld moest in korte tijd huisvesting bieden aan inwoners van Amsterdam. Burgemeester Don Bijl (VVD): ‘Wij fungeerden als overloop voor het ruimtegebrek in de hoofdstad. Purmerend groeide in zestig jaar van zesduizend naar tachtigduizend inwoners.’ Vlaardingen kende een soortgelijke ontwikkeling. Velen uit de regio’s Rotterdam en Den Haag streken er sinds de jaren zestig neer. ‘Wij waren in die tijd de snelst groeiende gemeente van Nederland’, aldus wethouder Hans Versluijs (PvdA).

Waar tempo bij huizenbouw was geboden, ging kwantiteit doorgaans vóór kwaliteit. Het aantal huurwoningen overtrof bovendien veruit de hoeveelheid koopwoningen. Het duurde niet lang of de wijken in de drie gemeenten gingen achteruit. Versluijs: ‘Veel mensen uit de middenklasse verlieten onze gemeente, waar 65 procent van de woningvoorraad bestaat uit socialehuurwoningen. Ervoor in de plaats kwamen werklozen en relatief veel allochtonen.’ De wijk het Brukske in Venray, met overigens nauwelijks flats, gaf eenzelfde beeld te zien. Wethouder Twan Jansen (PvdA): ‘Er woonden veel gezinnen met een stapeling van problemen en de groepen jongeren zorgden voor veel overlast. De leefbaarheid kwam steeds verder onder druk te staan.’

Bloemkoolwijk
Purmerend, Venray en Vlaardingen zijn inmiddels druk doende de neerwaartse spiraal te doorbreken. Herstructurering van de probleemwijken vormt de sleutel. Ook in het Brukske. Die wijk is vijftig jaar geleden opgezet als zogeheten bloemkoolwijk. Wethouder Jansen: ‘Er zijn maar twee toegangswegen tot de wijk, die veel doodlopende weggetjes kent en hofjes. Het was echt een naar binnen gekeerd bastion.’ De woningstichting werkt samen met de gemeente aan fysieke ingrepen om de openheid te vergroten. Jansen: ‘We gebruiken allerlei manieren, zoals het verplaatsen van garageboxen van de straatkant naar de achterkant van de huizen. Dat geeft veel meer transparantie.’ Het centrum van de wijk wordt naar buiten ontsloten en er komt een multifunctioneel gebouw met onder meer scholen, een wijkcentrum, de jeugdgezondheidszorg en het welzijnswerk. Het moet het kloppende hart worden.

Net als Venray ontkomt Vlaardingen niet aan fysieke ingrepen. Versluijs: ‘De kwaliteit van de woningvoorraad vormt immers de hoofdoorzaak van de problemen in de wijken.’ Vandaar dat Vlaardingen met woningcorporaties en bewoners een plan heeft gemaakt om de probleemwijken drastisch aan te pakken. De komende twintig jaar maakt de sloophamer een einde aan menig goedkope flat. Versluijs: ‘Ervoor in de plaats komen veel eengezinswoningen en we streven een andere verhouding na van huur- en koopwoningen.’ Ook de wijk Wheermolen-West in Purmerend gaat drastisch op de schop. Zes hoogbouwflats en enkele blokken duplexwoningen maken plaats voor appartementen, zowel huur als koop. Ook driekwart van de openbare ruimte in de wijk wordt grondig opgeknapt.

Achter de voordeur
sloopflatsHoe belangrijk sloop, bouw en renovatie ook zijn, er is meer nodig om slechte wijken weer leefbaar te maken. Versluijs: ‘We moeten eveneens investeren in de mensen die er wonen. Dat gaat hand in hand met de vernieuwing van het woningaanbod en de voorzieningen.’ Vlaardingen is er al druk mee bezig. In bijvoorbeeld de Westwijk bezoekt de gemeente met de corporaties in een woningcomplex van achthonderd woningen alle nieuwe bewoners. ‘Bij dit kijkje achter de voordeur beoordelen we hoe het zit met werk, schulden en met de wens om buurtbewoners te ontmoeten.’ Daarnaast kent de gemeente projecten op het gebied van onder meer werkgelegenheid en onderwijs. Versluijs spreekt van een ‘maatschappelijke investering’.
Die investering doet ook Purmerend in Wheermolen-West. Bijl: ‘Met de inzet van jeugd- en jongerenwerk, buurtbemiddeling en straathoekwerkers proberen we isolement en afglijden te voorkomen.’ Venray doet er eveneens veel aan om de sociale samenhang te verbeteren in het Brukske. Jansen: ‘Het is een wijk met veel buitenlanders en veel doorstroming. De negatieve gevolgen ervan proberen we te beperken met sociale-activeringsprogramma’s. Zo stimuleren we bijvoorbeeld initiatieven van bewoners voor een betere leefomgeving.’

Kosten
Linksom of rechtsom: het kost de drie gemeenten flink wat geld. Vlaardingen heeft tot 2020 jaarlijks twee miljoen euro nodig voor zijn sociale projecten in de probleemwijken. Aan herstructurering in die wijken gaat in die periode waarschijnlijk zo’n twee miljard euro op. Versluijs: ‘We doen dat samen met de corporaties en verschillende marktpartijen.’ De kosten zitten hem voor Purmerend ook voornamelijk in de sociale activering. Bijl: ‘Daar gebruiken we ook veel van onze brede doeluitkering jeugd- en gezinszorg voor, maar het grootste deel ervan betalen we zelf. ’

De drie gemeenten kunnen natuurlijk wel een beroep doen op bijvoorbeeld rijksgelden, onder meer die uit het Investeringsbudget stedelijke vernieuwing. Maar dat budget wordt steeds minder. Versluijs: ‘Het vorige kabinet heeft dat budget al met een derde verminderd.’ De financiële steun die onder meer Purmerend, Venray en Vlaardingen krijgen, is bovendien minder riant dan die van de G32. Bijl: ‘Gemeenten als wij vissen nogal eens achter het net. In onze regio wordt Amsterdam aangemerkt als centrumgemeente en krijgt ze daar ook extra geld voor. Maar velen in de regio maken ook gebruik van voorzieningen in Purmerend, zonder dat we daar iets voor ontvangen.’
Soms is er een meevaller. Zo kreeg Vlaardingen eerder dit jaar één miljoen euro van het Rijk voor verbetering van de leefbaarheid in Babberspolder-Oost. En Venray ontving eveneens een miljoen euro van VROM. Maar dit zijn extraatjes en geen structurele bijdragen. Het zal duidelijk zijn, met de huidige economische recessie en de komende rijksbezuinigingen en kortingen op het Gemeentefonds staat de financiering van de plannen voor probleemwijken onder druk.

Venray denkt het voorlopig voor elkaar te hebben. De gemeente heeft de komende tien jaar drie miljoen euro nodig voor sociale activering en zeven miljoen voor het multifunctioneel centrum. Jansen: ‘Van dat laatste bedrag hebben we dus al een miljoen binnen van VROM en ik verwacht van de provincie Limburg minstens anderhalf miljoen euro. Daarnaast gaan marktpartijen hun aandeel leveren aan een nieuw winkelcentrum.’
De financiële situatie in Purmerend is minder rooskleurig. Met dank aan de stadsverwarming, die dertig jaar geleden is aangelegd. Bijl: ‘Van het begin af aan hebben we problemen met die verwarming. Ze zijn nog steeds niet opgelost, maar het heeft ons inmiddels veel geld gekost.’

Tweede Kamer
Gemeenten die krap zitten, kijken graag naar het Rijk of de provincie voor steun. Vlaardingen trok zelfs eerder dit jaar aan de bel bij de Tweede Kamer. In een petitie vroegen burgemeester Tjerk Bruinsma en Versluijs aandacht voor gemeenten zoals Vlaardingen, die minder krijgen voor wijkaanpak dan andere gemeenten. Versluijs: ‘We krijgen nog een uitnodiging om ons verhaal te vertellen.’
Hoeveel rijkssteun er komt voor de aanpak van probleemwijken hangt af van het volgende kabinet. Bijl maakt zich er grote zorgen over. ‘Naar het zich laat aanzien, zal het kabinet in wording van VVD en CDA veiligheid vooral bezien van de repressieve kant. Ook al ben ik VVD’er, dat doet geen goed. Aanpak van probleemwijken gaat namelijk vooral over preventie. Je moet in gesprek blijven met jongeren en mensen in achterstandswijken.’

Net als Bijl is Jansen niet optimistisch over rijkssteun voor de wijkaanpak. ‘De voortekenen zijn slecht. Dat is jammer, want veel gemeenten zijn hard op weg om probleemwijken leefbaarder te maken. Voor een goed resultaat moet die aanpak nog minstens vijf jaar worden voortgezet.’
Als steun uit Den Haag uitblijft, hebben gemeenten elkaar nog meer nodig dan nu. Vlaardingen gaat gemeenten benaderen om samen op te trekken. Purmerend doet dat al. Het werkt samen met Capelle aan de IJssel, Nieuwegein en Spijkenisse. Bijl: ‘Met elkaar ben je sterker en bovendien kun je van elkaar leren.’

Concentratie van problemen

In een probleemwijk doen zich meer problemen gelijktijdig voor. Denk aan werkloosheid, geweld, criminaliteit, verslavingsproblematiek en medische problemen zoals overgewicht en hogere sterftecijfers, waaronder een verhoogde kindersterfte. Nederland telt een groot aantal probleemwijken, vooral de naoorlogse wijken. Dat de problemen zich daar concentreren, komt onder meer door de geringe variatie in woningen. Corporaties hebben niet zelden een monopoliepositie in die gebieden. Het aanbod bestaat voornamelijk uit sociale woningbouw. Groepen mensen met een lagere opleiding in combinatie met een lager inkomen wonen het vaakst in sociale huurwoningen. De concentratie van deze mensen en van sociaal uitgesloten groepen draagt er eveneens toe bij dat probleemwijken ontstaan.

Paul van der Zwan

ZIE OOK:

 

Bron: VNG Magazine nr. 19 vrijdag 27 augustus 2010

Welzijn artikelen