HomeNieuwsRuimtelijke OrdeningUitspraak Raad van State over bestemmingsplan Buitengebied Beemster 2012 – partiële herziening...

Uitspraak Raad van State over bestemmingsplan Buitengebied Beemster 2012 – partiële herziening 2021 in behandeling

Old Holland juli 1575
Foto afbeelding Stadspartij


Op 2 maart jl. ontving de gemeenteraad de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (verder: de Afdeling) over de beroepen ingediend tegen het bestemmingsplan Buitengebied Beemster 012 – partiële herziening 2021.
Dit plan is nog vastgesteld door de voormalige raad van de gemeente
Beemster op 26 oktober 2021.

Door een brief informeert het college de raad hoe aan de uitspraak gevolg zal worden gegeven.

Het bestemmingsplan betreft grotendeels het grondgebied van de voormalige gemeente Beemster, namelijk het landelijke gebied zonder de dorpskernen van Middenbeemster, Westbeemster en Zuidoostbeemster. Na een breed ingezet participatietraject, 60 inspraakreacties en 39 zienswijzen in de voorbereiding zijn tegen het vastgestelde bestemmingsplan slechts 4 beroepen ingediend. Van die beroepen is één ongegrond en zijn de overige drie (deels) gegrond verklaard.

Met de uitspraak over het bestemmingsplan is deze op enkele onderdelen na in stand gebleven. De kern van de uitspraak over die beroepen is als volgt.
Het beroep dat ongegrond is verklaard, ging over het legaliseren van een bedrijf.
De Afdeling constateert dat dit terecht niet in het bestemmingsplan is gebeurd. Daardoor blijft het bestemmingsplan op de betreffende locatie onveranderd.

Eén van de gegrond verklaarde beroepen ging over een caravanstalling. De Afdeling constateert een onvolkomenheid op de verbeelding en stelt vragen over de gebruiksregeling in het plan op de betreffende locatie in relatie tot het gebruik van het bestaande bedrijf. Dit resulteert in de opdracht om binnen 26 weken daarover een nieuw besluit te nemen.

Een ander gegrond beroep betrof de overname van een bouwvlak voor een woning dat abusievelijk in het vorige bestemmingsplan Buitengebied 2012 al was blijven staan. Het bouwvlak is vernietigd. Afhankelijk van het beroep dat nog loopt tegen de omgevingsvergunning voor het bouwen van de woning, is de opdracht om hierover te zijner tijd een nieuw besluit te nemen.

Tot slot is het beroep, dat gericht was op het beter waarborgen van de kernkwaliteiten van het UNESCO- werelderfgoed droogmakerij de Beemster, op onderdelen gegrond verklaard. De Afdeling verlangt een verduidelijking over hoe de kernkwaliteiten van het Beemster erf in het plan zijn verankerd en zo nodig een
aangepaste planregeling. Daarbij zijn bepalingen in de regels vernietigd die door amendering van de voormalige raad zijn opgenomen. Ook hier is de opdracht om binnen 26 weken een nieuw besluit te nemen.

Op voorhand stelt het college vast dat het behoud van de kernkwaliteiten van het Beemster erf al in het voorgaande bestemmingsplan Buitengebied 2012 was verankerd en dat dat in de partiële herziening beleidsneutraal is overgenomen. Een aangepaste planregeling wordt aldus niet nodig geacht, wel zal de verankering eenduidig onderbouwd moeten worden. Daarbij wort ook de motie betrokken van de
voormalige raad van de gemeente Beemster van 30 november 2021 inzake het Beemster erf-beleid (evaluatie en actualisatie).

Over hoe invulling te geven aan de uitspraak zal de komende tijd uitgezocht worden. Het streven is om de gemeenteraad tijdig een voorstel te doen om naar aanleiding van de uitspraak het bestemmingsplan te repareren.

Ruimtelijke Ordening artikelen