HomeNieuwsRuimtelijke OrdeningStarterslening risico voor gemeente

Starterslening risico voor gemeente

geldlenen

Startersleningen bieden voordelen voor huiseigenaren, maar brengen voor gemeenten risico’s met zich mee. Dat staat in de notitie ‘Startersleningen; is het beleidsinstrument in balans?’ van de rekenkamercommissie Hoogeveen.

Gemeentelijk beleid

De rekenkamercommissie deed onderzoek naar het gemeentelijke beleid rond startersleningen en ontdekte dat er tal van onvoorziene risico’s aan het instrument zitten. Volgens de commissie krijgen huishoudens door de starterslening bijvoorbeeld extra hypothecaire lasten. ‘Zij lenen als het ware boven hun stand. De bank geeft hen niet voor niets een plafond mee’, aldus de rekenkamercommissie

‘Free lunch’ bestaat niet

Ook bestaat volgens de rekenkamercommissie binnen de gemeentelijke organisatie het beeld dat de regeling voor de gemeente volstrekt risicovrij is. Maar de commissie ziet dat niet zo. ‘De gemeente kan er bij gedwongen verkoop en schuldsanering niet vanuit gaan dat de vergoeding die ze van het Waarborgfonds Eigen Woningen krijgt even hoog zal zijn als de restschuld’, stelt de rekenkamercommissie. Startersleningen zijn vanuit de gemeente Hoogeveen gezien geen “free lunch”. ‘Het is maar de vraag wanneer de volledige verplichting van rente en aflossing (27 jaar of bij uitstel langer) wordt voldaan. Bij gedwongen verkoop en schuldsanering heeft de gemeente recht van tweede hypotheek. De restschuld zal niet automatisch gelijk zijn aan vergoeding die het Waarborgfonds Eigen Woningen de gemeente bij gedwongen verkoop kan verstrekken’, zo luidt de waarschuwing aan de gemeenteraad.

Extra leningen

De enige risico beperkende maatregel die de gemeente heeft genomen is het besluit niet meer dan 45 leningen per jaar te verstrekken. Daarmee wordt het open einde karakter van de regeling opgeheven. Maar er is geen limiet gesteld aan het totaalbedrag dat de gemeente heeft uitstaan. Bij andere gemeenten is dit veelal wel het geval.’ Daar komt nog bij dat er aanvankelijk weliswaar een plafond van 45 leningen per jaar is gesteld, maar dat is tussentijds gewijzigd, omdat dat dit niet voldoende was om de vraag te kunnen ondersteunen. Daarom is nadien een extra stel leningen opgenomen. Die komen dus bovenop de limiet van 45. In totaal staan volgens de regeling op 1 januari 2014 volgens de rekenkamercommissie inmiddels 250 leningen uit.

Effectiviteit onderzoeken nodig

In het voorstel aan de raad uit 2012 aangaande de starterslening wijst het college op de voordelen van het beleid. Volgens het college gaat het om een groot maatschappelijk en economisch belang en om doorstroming op de woningmarkt. De rekenkamercommissie heeft geen evaluatie aangetroffen waaruit de effectiviteit van het instrument blijkt. De rekenkamercommissie constateert dat de gemeente tot nu toe haar beleid rond de startersleningen niet heeft geëvalueerd. Ze beveelt aan dit alsnog te doen, zodat duidelijk wordt hoe effectief dit instrument is.

Ruimtelijke Ordening artikelen