HomeNieuwsRuimtelijke OrdeningRadicale oplossingen voor toekomstbestendig wonen

Radicale oplossingen voor toekomstbestendig wonen


Naast forse extra investeringen in ouderenzorg moet de politiek ook investeren in nieuwe vormen van wonen, zorg en ondersteuning in de wijken. ‘Daarvoor hebben we gemeenten heel hard nodig’, aldus Pauline Meurs, voorzitter van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving en jurylid van de ontwerpprijsvraag WHO CARES.
Twintig winnaars
Mensen worden steeds ouder en willen en kunnen langer thuis wonen, maar daar is wel wat voor nodig. Het wonen en de publieke ruimte in de wijken moeten toekomstbestendig worden gemaakt. Die oproep komt van de initiatiefnemers van de prijsvraag, waaronder de Rijksbouwmeester, de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving, de gemeenten Rotterdam, Groningen, Almere en Sittard-Geleen en de provincie Limburg. Vanmiddag maakt demissionair staatssecretaris Martin van Rijn bekend wie uit 174 inzendingen de twintig winnaars van de eerste ronde zijn. In elke gemeente mogen vijf winnaars hun ideeën uitwerken, uiteindelijk blijft een winnaar per gemeente over.
Creatief nadenken
De gemeenten bieden een bestaande locatie aan waar de winnaars hun ideeën in de praktijk kunnen brengen. Ze geven ondersteuning en financiële middelen. ‘De hoop is dat dit andere gemeenten en wijken inspireert, zegt Meurs. Volgens haar is het belangrijk om thuis wonen en in de buurt blijven toe te snijden op de veranderende samenstelling van de bevolking. ‘Dat vereist creatief nadenken over toekomstbestendig wonen. Wensen en behoeften van mensen verschillen steeds meer. De een wil met (klein)kinderen samenwonen, de ander juist niet.’ Meurs bezocht een Rotterdamse wijk met portiekwoningen. ‘Daar kunnen geen rollators of rolstoelen naar boven. Mensen met een gebroken heup kunnen er niet blijven. Zo hospitaliseer je mensen. Hoe eerder je begint met voorbereiden, des te beter de omstandigheden later worden.’Rol gemeenten essentieel
De vier gemeenten hebben verschillende opgaven. In Rotterdam en Almere is de situatie urgent, in Groningen en Sittard-Geleen denken ze al na over woonbehoeften over 10 á 15 jaar. ‘Het gaat erom verschillende antwoorden te vinden, want gemeenten zijn heel verschillend qua samenstelling en woningvoorraad. In de prijsvraag ligt de nadruk ook op de integrale aanpak. ‘Denk door hoe die wijken verder tot ontwikkeling kunnen komen, in groenvoorziening, in wandelpaden. De rol van gemeenten is hierin essentieel. Breng dus verschillende disciplines bij elkaar, zoals ontwerpers, planologen, architecten en zorgprofessionals, en denk out of the box. Dit wordt alleen realiteit als gemeenten erin investeren en met woningcorporaties aan de slag gaan. Gemeenten zijn heel hard nodig.’
Over schotten heenkijken
Meurs zou het fantastisch vinden als het nieuwe kabinet een brede visie ontwikkelt over ouderen. Niet alleen over gezondheidszorg en verpleeghuizen, maar ook over langer doorwerken, mantelzorg en langer thuis wonen. Dat noopt ook tot nadenken over hoe wonen en de publieke ruimte eruit gaan zien en hoe je tot publiekprivate samenwerking komt. ‘De woningvoorraad in sommige wijken is aan vernieuwing en herbestemming toe. Daar is nog te weinig over nagedacht.’ In Nederland is nog te vaak sprake van verkokerd beleid, weet Meurs. ‘We doen ook een oproep aan professionals uit de ruimtelijke ordening en de architectuur zich te verbinden met professionale uit zorg en ondersteuning. Over grenzen en schotten heenkijken is ingewikkeld, maar een idee van de Wmo is ook dat het op gemeentelijk niveau gemakkelijker zal zijn om samen te werken. Je ziet gelukkig wel allerlei initiatieven ontstaan, maar het kan absoluut meer en beter.’ De prijsvraag heeft een aanjaagfunctie. Multidisciplinaire teams moeten tot vernieuwende ideeën komen. ‘In de eerste eerste ronde keken we vooral naar ideekracht. In de tweede ronde, bij het uitwerken van de ideeën, weegt de financiële kant zwaarder. Is er een realistisch businessmodel met voldoende partners?’
Hoge urgentie
Toekomstbestendig wonen vergt radicale oplossingen, vindt Rijksbouwmeester Floris Alkemade. Daarom is die combinatie van ambtelijke disciplines zo nodig, legt Meurs uit. ‘Ambtenaren moeten daar inspiratie uit halen en zich niet laten beperken door wet- en regelgeving.’ En een stad die goed is ingericht voor ouderen en kwetsbaren is een goede stad voor iedereen. ‘Het is een investering in kwaliteit van wonen voor iedereen. Maar het komt niet vanzelf goed. Er is nog zoveel te winnen. De urgentie is hoog. We moeten wel nu aan de gang.’

Ruimtelijke Ordening artikelen